Tuesday, May 25, 2010

Dag 1 - 10 juli - St. Jean de Luz - Larrau



Hôtel Restaurant Etchémaïté**
64560 Larrau
Tél : (33) (0)5.59.28.61.45 - Fax : (33) (0)5.59.28.72.71
http://www.hotel-etchemaite.fr/bienvenue

Dagverslag
Vandaag na twee dagen reizen (eerst per auto naar Argelés aan de Middellandse Zee en gisteren per trein naar St-Jean-de-Luz) eindelijk op de fiets. Helaas geen vlekkeloze start. Nog voor het echte vertrek brak de tas van Bas van de zadelpen af. Repareren koste ons incl. zoeken naar materialen zo'n 2,5 uur. Zo vertrokken we te laat voor een lange etappe. Tot aan de enige col van vandaag (de Irati) verliep alles soepel. In het begin van de klim weer malheur voor Bas: een spaak in zijn achterwiel sprong met als gevolg een flinke slag in het wiel. De col zelf was zwaar: 17,5km en voor het grootste stuk meer dan 10%. Helemaal omdat het water sneller ging dan de kilometers. Gelukkig ondekten we boven op het eerste deel een bergbron. We hadden zoveel dorst dat we de gok waagden en onze bidons vulden. Heerlijk koel! In de afdaling begaf Bas' tweede spaak het. Proberen om zo snel mogelijk een nieuw wiel te krijgen maar de komende dagen.
Na een vermoeiende dag om 20u aangekomen in Larrau. Een welverdiende maaltijd en een flesje wijn... Het blijft wel vakantie. Nu lekker slapen. Tot morgen.


Verslag Michel
Ontbijt in hotel is geen straf, tenzij je geestelijke gesteldheid je niet in staat stelt om te kunnen kiezen. Keuze en van alles genoeg. Dat schept verwachtingen voor de komende dagen. Als we wegrijden doen we gelijk verstandig en kopen we flesjes water bij de supermarkt om de hoek en weg zijn we. Op weg naar het strand om het ceremoniële flesje te vullen met water uit de Atlantische oceaan. Het voelt een beetje aan als het Oud-Hollandsche pijp schaatsen maar dan zonder risico dat het flesje water kapot kan gaan, want het is gewoon van plastic. Voordat we bij het strand zijn kunnen we gelijk de kuiten even testen op korte hellinkjes. En het fietsgevoel met bepakking natuurlijk. Dat valt niet tegen, wat wel tegenvalt is dat mijn snelheidsmeter het af en toe laat afweten. Met het monteren van mijn voortasje is de kabel bekneld geraakt, lijkt het.
Het strand is zo gevonden zodat Theo mag proberen zijn voeten droog te houden als hij het flesje gaat vullen. Bas volgt hem op gepaste afstand om de processie vast te leggen op de gevoelige plaat. De Pyreneenrit is hiermee officieel gestart waarna we op de fiets klimmen voor onze Grand Depart. Totdat we een krak en een godver met een zachte g horen als we van het stoepje afrijden. Door het stuitertje is de bevestiging van zijn achtertas afgebroken en no way dat we die er zo weer op kunnen bevestigen. Ondanks onze Zwitserse zakmessen zijn we tenslotte zijn geen van drieën een Mac Gyver. Nou ja, beter hier dan straks in the middle of nowhere, maar toch. Eerst de bevestiging maken en dat zou toch moeten lukken in stedelijk gebied. Wij verwachten gewoon een fietsenmaker in St. Jean en op goed geluk gaan we op zoek.
Al vrij snel begrijpen we dat dat gekkenwerk is en dat we beter op zoek kunnen gaan naar fatsoenlijke bouten en waar kun je dat beter vinden dan bij het culturele erfgoed van Frankrijk, de bricolage. Met grote zekerheid herinneren we ons dat in de buurt van het hotel zo'n zaak zit, of zou moeten zitten. Die zekerheid blijkt niet te kloppen maar we zien wel een groot bord met de aankondiging dat 5 minuten verder een Mr. Brico zit, kan niet missen. Een stukje verder komen we ook nog langs een Supermarche en we verwachten daar ook nog kans te maken op een oplossing. Verder dan een setje keilbouten met ongeveer de juiste maat komen we niet, dus we gaan toch weer verder op zoek naar Mr. Brico. Die blijkt een fantastische verstopplaats te hebben want na een half uur fietsen hebben we hem nog niet gevonden, zelfs geen nieuw bord. Na nog een teleurstellend rondje langs autowerkplaatsen gaan we toch maar weer naar de Supermarche om extra keilbouten te kopen zodat we genoeg ringetjes hebben om de benodigde lengte te compenseren. En joepiedepoepie.....het werkt.
Twee uur en tien kilometer verder kunnen we dan eindelijk vertrekken. Het drukke verkeer in het plaatsje laten we snel achter ons en eindelijk fietsen we echt. Na een paar kilometer komen we toch nog een Mr. Brico tegen en voor de zekerheid kopen we nog een paar bouten en voldoende ringetjes zodat we eventuele nieuwe krakken in de middle of nowhere kunnen oplossen. Het idee om gelijk een paar broodjes te kopen voor onderweg laten we varen om eerst maar eens serieus kilometers te gaan maken. We hebben lekker weer, zonnig met een lekker windje en we rijden een lang en mooi stuk langs een riviertje en een boemelspoor. Tot mijn verbazing kost het me nog behoorlijk moeite om een beetje snelheid te rijden op de vlakke en dalende wegen. Zoveel tegenwind staat er toch ook weer niet. Bas helpt me uit de illusie, we rijden gewoon al een tijdje met 1 tot 2 procent omhoog. Aha erlebnis, zo voelt vals plat dus. Het duurt een tijdje voordat ik het behalve aan mijn beenspieren herken. Hier nog geen waterstroompjes langs de kant van de weg, anders had het wel heel sullig geweest. Na een paar uur cruisen met af en toe een steiler stukje besluiten we te gaan eten bij het eerstvolgende restaurantje. Deze staat al aangegeven en hongerig slaan we de afslag naar beneden in om gelijk in de remmen te knijpen bij de aanblik van een bruiloft. Op naar de volgende tent. Met mijn jeugdig enthousiasme probeer ik op het steile hellinkje op te stappen en gelijk in de pedalen te klikken. Zwaartekracht doet de rest en vanuit stilstand val ik met ingeklikte voeten om naar rechts. Na de schrik volgen de grappen al snel, gelukkig ben ik dit keer niet op mijn wiel gaan zitten denk ik bij mezelf. Met een paar schaafwondjes op arm en been en krasjes op mijn fiets lijkt er niet zoveel aan de hand. Tijdens het fietsen gaat het schakelen in de zwaardere regionen wat lastiger, maar die heb ik in de bergen toch niet nodig. Twee bochten verder vinden we een bakkertje waar we stoppen voor de lunch met een lekker broodje en flesje prik. Jammer genoeg geen wc bij het bakkertje en goed opgevoed als we zijn plassen we niet in hun tuin dus met een volle blaas de fiets weer op en verder.
Langzaam aan bouwt de omgeving de spanning op voor de eerste echte cols van de tocht, de col d'Haltza en col de Burdincurutcheta en de col Bagargui. Drie venijnige klootzakken voor de overmoedige amateurs die wij zijn. Om de chalets d'Iraty op de col de Bagarguil te bereiken moeten we eerst over de tongbrekende Haltza en Burdincurutcheta die gelijk aantoont dat elke voorbereiding in Nederland hopeloos is. Volgens mij zie ik in de eerste kilometers op de paaltjes al hellingpercentages van 10% tot 12%, niet tegengesproken door mijn kuiten, bovenbenen en zweetproductie. Alhoewel voor dat laatste ook een oorzaak kan liggen in zon en hitte. Op gegeven moment kan ik alleen maar hopen dat er ook uitrustmomenten in de helling zitten. Tevergeefs en ondertussen verdwijnt mijn zelfvertrouwen bijna net zo hard als het water uit mijn bidons die we koppig als we zijn niet nog even hebben bijgevuld toen het nog kon. Koebellen klinken steeds luider in mijn oren terwijl ik van het uitzicht steeds minder mee krijg. Afstappen voelt als een overgave en daar ben ik nog niet aan toe, eerst voorbij die bocht misschien dat het daar vlakker wordt. Uiteindelijk capituleer ik en stap af om te uit te rusten en wordt gelijk overvallen door duizeligheid. In de schaduw van een bord met uitzicht op de weg onder me drink ik een paar slokjes water, niet teveel want bijna op. Heerlijk.
Al gauw komt Bas ook aanrijden en zijn gezicht vertelt een ander verhaal dan de ogenschijnlijk soepele trapfrequentie. Ik hoor hem iets zeggen als gebroken spaak en dat is goed klote. Dit is niet echt de beste omgeving daarvoor. Terwijl we in de berm zitten zien we Theo aan komen rijden. Zonder ons te zien stopt hij precies onder ons om een foto van het uitzicht te maken. Wij weten genoeg, foto's maken is zijn excuus om uit te rusten. Als we hem roepen komt hij naar ons toe gelopen en na nog eens naar zijn achterwiel te hebben gekeken is Bas het zat en rijdt verder. Theo en ik stappen ook weer op. De eerste keer afstappen heeft een knop omgezet en ik schaam me dan ook een stuk minder als ik een paar bochten verder weer afstap, en daarna weer. Daarbij behoorlijk lastig gevallen door een hardnekkig soort steekvlieg. Bas heeft op een gegeven moment het ritme te pakken en rijdt vooruit.
Op de kaart kan ik echt niet aflezen waar ik zit, ik denk dat ik al veel verder ben als het een stukje wat vlakker gaat. Met mijn domme kop zet ik hier aan in plaats van even uit te rijden. Ergens fluistert een stemmetje in mijn hoofd dat ik Bas nog wel bij kan fietsen als ik even doorzet en dat hou ik niet heel lang vol. Wederom een paar bochten verder en gedesoriënteerd stap ik af, trek mijn slippertjes aan en ga te voet verder. Na een kilometer of 2 lijkt het of de top in zicht is en dat is zo. Met een grote lach komt Bas vanachter een rotsblok gelopen en geeft me een volle bidon koud water. HEERLIJK! Hoe komt ie daar nou aan? Ik kijk rond en zie helemaal niets wat lijkt op een terras, toeristenwinkel, stalletje of zelfs maar een waterstraal. Op goed geluk is hij op een glinstering in het gras afgelopen en een waterstraaltje gevonden. Met het risico op scheurbuik vullen we onze bidons en voegen een Isostartabletje toe om de smaak van steengruis te verdoezelen en proosten alsof het een koel biertje is. Terug bij de weg weet een andere fietser ons te vertellen dat Theo in de buurt is, handig zo'n teamoutfit. Met een volle bidon fietst Bas Theo tegemoet en ik bel naar Judith met het vrolijke bericht dat het toch best zwaar is om bergop te fietsen zonder water met de hoop dat ze niet ongerust wordt. Al snel komen Bas en Theo weer aangefietst waarbij Theo met een grote lach iets roept als '…..goed...water...is'. Als Theo ook weer bijgekomen is belt Bas naar het hotel dat we iets later zullen zijn waarna we onze windjakkies aantrekken voor een stukje afdaling naar de col Bagargui door het Foret d'Iraty. Enigszins angstig begin ik aan deze klim, maar dat is nergens voor nodig want met kilometers van gemiddeld 5% voelt deze als een verademing. Ik kan zelfs weer echt genieten van het uitzicht. Toch krijgen we ook hier nog stukken van 13% voor de kiezen. Met een keertje afstappen bereik ik de top met de chalets d'Iraty met een beter gevoel dan op de vorige klim. In de afdaling slalommen we tussen de koeien en schapen door naar beneden. Het is een heerlijke afdaling met mooie bochten en stukken waar je mooi door kunt rijden maar het lukt me nog niet om mijn verstand uit te zetten en knijp dan ook wat harder in de remmen boven de 50km/h.
Halverwege wachten we even op Bas die voorzichtig aan doet met zijn gebroken spaak. Onoplettend komt de velg van mijn voorwiel tegen mijn kuit aan en schrik ervan hoe heet deze is. Als Bas bij ons stopt blijkt dat een tweede spaak in zijn achterwiel is gesprongen waardoor hij zijn achterrem echt niet meer durft te gebruiken. Met alleen zijn voorrem is hij genoodzaakt om heel langzaam te dalen en regelmatig zijn voorwiel te koelen met water. Wat nu vragen we ons af. Bas overweegt een fietsenmaker op te zoeken en dan vooruit te reizen, of zoiets. Wij vinden: samen uit samen thuis. Halverwege de afdaling kunnen we maar 1 ding en dat is verder dus dat doen we. Onderaan de afdaling blijkt ons hotel toch nog 2 kilometer verder klimmen te liggen en nadat Bas heeft aangesloten rijden we verder.
Larrau blijkt een plaatsje van niets, maar zelfs dat heeft een paar straten. Van het hotel hebben we alleen geen adres kunnen vinden dus dat wordt zoeken. Bas rijdt een blokje om en gebaart al snel het hotel te hebben gevonden. Van de bazin krijgen we een kwartier de tijd om te douchen en om te kleden als we nog mee willen eten. Dat willen we maar al te graag dus dat lukt. Het eerste biertje smaakt verrukkuluk en het menu dat we nemen begint met een groot bord gevulde groentensoep. We begrijpen alleen niet dat van ons verwacht wordt bij het opscheppen te zeggen dat het genoeg is. Vol verbazing vraagt het bedienende meisje uiteindelijk zelf of het genoeg is als er niets meer bij kan, tja wijffie, we hebben gefietst, afgezien en nu hebben we honger. Na het eten snel de fietskleren uitspoelen en uithangen, benen masseren en slapen. De Tour win je tenslotte in bed!

1 comment:

  1. This comment has been removed by a blog administrator.

    ReplyDelete