Tuesday, May 25, 2010

Dag 3. - 12 juli - Laruns - Bareges



Hôtel Alphée
1, rue Labatsus
65120 Barèges
Tél. 05.62.92.68.39
Fax : 05.62.92.17.26
http://www.lestoys.com/immobilier/hotel-bareges-alphee.html

Dagverslag
Oh, oh, wat een mooie dag vandaag. Na een frustrerende avond voetbal kijken in Bar Pamplona, waar vrijwel iedereen op de hand van de Spanjaarden was (we konden door het gejuich pas laat slapen) maakte onze route vandaag veel goed. Was het ontbijt nog wat karig. Daarna begon de pret meteen. Met de Col d'Aubisque beklommen we onze eerste legendarische Pyreneeëncol. En het ging bij allemaal nog heel goed ook. Een apart gevoel om in de mist/wolken omhoog te fietsen. Je voelt je helemaal alleen met de berg. Het enige wat je hoort is het draaien van je wiel, je eigen ademhaling en de bellen van de koeien die ergens in de buurt moeten zijn. Even na de top drong het ineens tot ons door en riepen we uit: "Weet je... we hebben gewoon de Aubisque gedaan! Zet maar weer een kruisje in je lijst met grote bergen die je eens moet doen!"
Na een korte afdaling volgde de Soulor, maar die stelt vanaf deze kant niet zoveel voor. In de afdaling was het wel af en toe uitkijken omdat de koeien, schapen en paarden soms midden op de weg staan.
Verder een rustige etappe van zo'n 75km, hoewel we aan het einde nog even de eerste 7km gan de Tourmalet als toetje kregen voorgeschoteld. Uiteindelijk aangekomen in Barèges, een wintersportdorp dat op wat fietsers na uitgestorven lijkt. Maar over een paar dagen, als de Tour hier twee dagen na elkaar doorkomt zal het een gekkenhuis zijn. Men is hier erg trots op 100 jaar Tourmalet in de Tour de France!
Nu (21.30u) liggen we lekker op bed. We moeten goed uitrusten voor een pittige tocht morgen, met 3 grote Cols.

Welterusten.


Verslag Michel
Vandaag gelijk in de fris gewassen kleertjes naar de ontbijtzaal. Als die er is tenminste. Navraag aan de bar leert dat achterin een tafel gedekt staat voor ons. Twee stukken stokbrood en een stuk croissant verder hebben we ons eerste typisch Franse ontbijt van de fietstocht achter de kiezen, begeleid met de bijna spreekwoordelijke kop koffie en glas jus.
Tijdens het ontbijt vertelt Theo enigszins gepikeerd dat hij af en toe uit zijn slaap werd gelanceerd als ik mij omdraaide. Maar dat is logisch leg ik uit, want ik ben nu eenmaal een stuk zwaarder dan Nel. Helaas krijgt hij bijval van Bas dat ik een wel heel rare techniek van omdraaien in mijn slaap heb. Tja, dag zegt Judith ook altijd, maar dat hou ik nog even voor me. Na het ontbijt vertelt het barmeisje desgevraagd de route naar de mountainbikewinkel. Blijkbaar zat er nog een linksaf en al gauw komen we voorbij een kruisbeeld (check) en ja hoor. Er zit een mountainbikewinkel...die op maandag gesloten is. Daar hebben we dus niets aan. Na de goede ervaring van gisteren durft Bas het wel aan met zijn zwabberwiel de Aubisque te doen. Held. Maar niet nadat we voldoende water en banaantjes hebben ingeslagen. Aan de voet van de col staat een groot bord met informatie over de lengte, gemiddelde stijgingspercentage per kilometer en voor de hele berg. Zoals het hoort bij een col van stand. Hoewel het echte venijn pas halverwege begint gaan we voorzichtig van start. Theo stuurt ons al snel op verkenning vooruit en ik zit comfortabel in Bas zijn wiel. Alhoewel comfortabel. De spanning is bij Bas op zijn maag geslagen want al boerend gaat hij vooruit. Vooraf hebben we afgesproken om over de helft in Gourette te wachten en iets te drinken maar als Bas in het eerste dorpje lek rijdt kunnen we weer als groep verder. Tenminste zodra Theo zijn ruzie met zijn achtertas heeft bijgelegd. De bevestiging was ietsje te wijd geworden waardoor zijn tas niet meer stevig zat en eraf viel. Theo fixed dat met een welgemikte trap om deze daarna weer een stukje op te rekken. Vanaf dat moment waaieren we uit, ieder in zijn eigen tempo. Verstandig, of angstig, stop ik voor een tunnel om mijn achterlicht aan te zetten. Bas sluit ook weer aan en blijft nog even op Theo wachten die alweer in zicht is. Voor deze tunnel was het licht nog niet echt nodig, maar al gauw rij ik letterlijk in de wolken waarbij ik toch echt blij ben dat achteropkomend verkeer mij kan zien. Onderweg kom ik ook al de eerste dalers tegen. Zelfs een groep kinderen op mountainbikes! De wolk wordt steeds dichter en Gourette meen ik dan ook te herkennen aan de belijning van de parkeerplaats die voor mijn wiel opdoemt. Zodra ik een bord zie dat mijn vermoeden bevestigd zet ik mijn fiets ertegenaan en eet mijn banaantje. In de 4 minuten voordat Bas aankomt waait de wolk al een beetje weg. Hierdoor kan ik hem met gejuich ontvangen. Samen zoeken we een plaatsje uit de wind terwijl de wolken nu echt wegwaaien. Nu zien we pas echt hoe mooi het hier is. We hebben zelfs al uitzicht op de eeuwige sneeuw. Samen lopen we Theo tegemoet als hij aankomt, volgens mij wordt hij zelfs gefilmd door Bas. In Gourette drinken we nog even een bakkie voordat we verder gaan.
Bij het opstappen worden we gepasseerd door een andere toerist met nog grotere tassen op zijn fiets en als ik mijn ritme te pakken heb kruip ik naar hem toe om vervolgens een tijdje in zijn wiel te blijven hangen. Is ook wel eens lekker. Als het stijgingspercentage ietsje toeneemt neem ik de kop over maar al snel blijkt hij te hebben gelost. Nou ja, dan maar weer alleen verder. Langzaamaan ben ik boven de wolken uitgestegen en ik word getrakteerd op een schitterend gezicht van de zonnestralen op de wolken tussen groene bergtoppen. De koebellen hoor ik ook weer als begeleiding richting de top. Bovenaan is het goed te zien dat we op een beroemde col rijden. Veel fietsers, een toeristenwinkel en zelfs een paar fietsen van reuzenformaat: een gele, een groene en een rood/wit gestipte. Een van de fietsers heeft een shirt aan van Van Vliet uit het Westland. Volgens Bas is het er een van het continental team en zo te luisteren is het eerder een Italiaan dan een Westlander. Trots sms ik Judith om het mooie nieuws te melden. Daarna lekker relaxed wachten op Bas en Theo. Als Theo boven is trekken we snel de windjasjes aan en gaan de afdaling aan. Achter Theo aan daal ik samen met Bas rustig aan. Hij vanwege zijn zwabberwiel, ik vanwege angst om te vallen. Op naar de Col de Souleur 7km verder. Omdat we die halverwege aanvallen valt deze wel mee. Overstekend vee is de grootste hindernis hier. Bovenaan komt het besef dat we gewoon de Aubisque gedaan hebben en kunnen afvinken. Vanaf daar gaan we, bijna, rustig verder. De verdere weg is weer erg mooi met stijgen en dalen langs bergwandjes en riviertjes.

Rond twee uur rijden we door een plaatsje waar we iets te eten hopen te scoren. Alle winkels lijken dicht maar als we op goed geluk een zijstraat inrijden vinden we daar een echte Italiaanse pizzeria, zouden ze daar ook pasta hebben? De borden van de andere gasten op het terrasje liegen niet. Geef ons ook maar pasta signora. Ik krijg een heerlijke spaghetti carbonara, met een rauw ei. Dat is weer nieuw voor mij, maar toch echt heel erg lekker. Met goed gevulde buiken en een fantastisch humeur gaan we op voor de Tourmalet. Nou ja, het eerste deel dan want halverwege in Bareges hebben we een kamer geboekt. Vanaf het terras nog even in discussie met Bas over de vervolgweg. Volgens hem naar rechts, volgens ons naar links, dus volgens goed democratisch gebruik gaan naar links. Stadje uit, rotonde oversteken en met een rotswand aan de linkerhand en een riviertje aan de rechterhand volgen we de borden richting Tourmalet. Het is wederom zo'n weg met mooie stukken vals plat, maar nu heb ik de truc door. Tenminste, ook hier weer geen gootje met stromend water langs de weg maar de combinatie van groeven in de rotswand, de begroeing, het licht en natuurlijk de stand van de zon geven duidelijkheid. Nog slimmer is het om gewoon een hoogtemeter bij je te hebben, maar die heb ik niet en Bas en Theo rijden al weer te ver achter me om een goed gesprek mee te kunnen hebben. Het is niet alleen vals plat wat de klok slaat, geregeld is het net zo steil als de Kiltunnel en waarschijnlijk ben ik ze daar kwijt geraakt. Als we de rotswand achter ons hebben gelaten en op Luz St. Saveur af stormen wordt de weg vlakker en begint de zeurende pijn in het zitvlak ons alledrie te irriteren. Dan maar liever klimmen, dan hoef je niet zo actief te zitten. In het dorpje hergroeperen we en kijken vol respect richting Tourmalet. Voorbijgangers steken ons nog een hart onder de riem door vol enthousiasme te vertellen dat de Tourmalet 20 kilometer lang is en continue steil zonder vlakkere uitrustmomenten. Dat beurt ons op, gelukkig hoeven we alleen maar de eerste 10km!
Na een paar kilometer afzien rijdt een fietser me voorbij en als er al een gat is gevallen lukt het me om in zijn tempo mee te komen. Een paar kilometer voor Bareges komt vanaf links een mountainbiker achter mij aan rijden. Nu heb ik een richtpunt voor me en de druk van achter, want me nog een keer laten inhalen vind ik geen optie. Als de bebouwing dichter wordt verwacht ik elk moment een bord Bareges, mentaal heb ik al besloten om bij het bord op Bas en Theo te wachten. Een haarspeldbocht, nu kan het niet ver meer zijn. In mijn ooghoek zie ik de fietser voor me rijden en ik bedenk dat ik met een laatste krachtinspanning die fietser misschien nog wel kan inhalen, dus daar ga ik. Na de volgende bocht zie ik nog steeds geen bord maar wel dat de fietser uit mijn ooghoek gewoon een langzamere fietser voor me is die net voorbij is gereden door mijn richtpunt die nog net zo ver voor me rijdt als hiervoor. Moe gestreden hou ik even mijn voeten stil en wordt gelijk voorbij gereden door de mountainbiker. Ergens vind ik nog kracht om in zijn wiel mee te rijden en nadat we de langzamere fietser voorbij zijn zie ik het bord Bareges staan. Uitgeput zet ik mijn fiets aan de kant en klim in de hoge berm om uit te rusten en te wachten op Bas en Theo.
Al snel volgt Bas in een mooi tempo. Hij lijkt de Tourmalet goed te verteren, het is dan ook zijn type berg. Steil en continue dezelfde steilheid zonder afwisseling. Enigszins teleurgesteld dat we nog niet bij het hotel zijn stopt hij toch ook hier en samen wachten we op Theo. Vol bewondering gaan we staan als Theo aan komt fietsen. Hij lijkt wel herboren, zo soepel rijdt hij. Al snel beseffen we dat hij het niet is maar een andere oude bekende. Het is onze Westlandse Italiaan die ons behoorlijk suf aankijkt als we hem in het Nederlands aanmoedigen en we menen een soort ongeloof in zijn ogen te zien als hij ons herkend als die zwoegers die vanochtend tegelijk met hem aan de afdaling van de Aubisque begonnen. Ja jongen, dat hebben wij sneller gedaan!
Dan komt Theo toch, onmiskenbaar aan zijn gevecht om niet om te vallen. Met gekruiste vingers zien we hem om een geparkeerde auto heensturen die hij, zoals later blijkt, totaal niet gezien heeft. Maar hij heeft het ook gered vandaag. Onderweg heeft hij nog een paar mooie foto's gemaakt. Het hotel is hierna snel gevonden zodat we weer een welverdiend biertje mogen drinken. Daarna inchecken. We hebben 2 aparte kamers, 1 met een groot bed en 1 met een stapelbed. Enigszins schuldbewust geef ik Thoe de keuze waar hij wil slapen, ervan uitgaand dat hij kiest voor het grote bed in zijn eentje. Nee hoor, hij kiest voor onderin het stapelbed. Tja, dan kies je er zelf voor grote vriend, denk ik bij mezelf als ik in het bovenste bed kruip. Nu eerst de lichamelijke verzorging, rusten, eten en slapen.

Soundtrack in mijn hoofd vandaag: Muse – Time is running out

No comments:

Post a Comment