Van 10 juli tot en met 18 juli hebben Opa (Theo) en zijn Kouwe kant (Michel en Bas) op de fiets de Pyreneeën doorkruist. 800 kilometer van westkust naar oostkust, op de racefiets met minimale bepakking.
Ongeveer zolang er al sprake is van de Kouwe kant in deze formatie ging er geen maand voorbij of het plan voor deze fietstocht kwam wel een keer ter sprake. Na het lezen van een verslag in een oud nummer van Fiets is Theo helemaal begeesterd geraakt, en met hem Bas en Michel ook.
Juli 2010 werd al snel aangekruist als de maand waarin we de tocht aangaan.
De inhoud op deze blog is op verschillende momenten geplaatst:
- Infographic etappe + locatie overnachting: vooraf
- Dagverslag: na afloop van de etappe (soort avondetappe) door Bas met I-Phone
- Verslag Michel: na de reis op basis van aantekeningen
- Foto's en video's: ---volgen nog-----
Statistiek van de reis:
Tripteller: 794 km
Max. snelheid: 64 km/h (Theo bergaf)
Tijd gereden: 50 uur en 20 minuten
Gemiddelde snelheid: 15,8 km/h
Stilstand: 20 uur en 38 minuten
Totale stijging: 15770 meter
Max. hoogte: 2108 meter (Tourmalet)
Sunday, September 12, 2010
8 juli - Vertrek van huis richting Argeles
Verslag Michel
Oef, dat valt niet mee. Tien over vier s' nachts zit ik met een kopje thee te wachten op Theo en Bas om me te komen ophalen. Gelukkig zit ik niet alleen en houdt Judith me gezelschap. Zij vindt het geloof ik net zo spannend als ik, misschien nog wel spannender. Uiteindelijk zit zij de komende week alleen thuis met de Nikki en Sepp om daarna ook nog eens alleen richting Zuid-Frankrijk te rijden met de kinders. Maar dat is volgende week, nu word ik opgehaald op de fiets door de Pyreneeën te rijden. Het is niet alleen de fietstocht die ik spannend vind, dat geldt ook de reis naar het startpunt. Ik bedoel, hoe moe zijn we na een dagje in de auto naar Argeles, hoe laat zijn we daar, zitten we op tijd in de trein, gaat het goed met de aansluiting? Het is eigenlijk een soort plankenkoorts, als de eerste rit eenmaal begonnen is weet ik dat ik me kan ontspannen en genieten. Koplampen in de straat. Ja hoor, ik zie een fiets achterop. Snel nog een slok thee en naar buiten! Theo en Bas stappen uit om de fiets op de auto- en de tassen erin te zetten. Klaar, we kunnen gaan. Dikke knuffel en kus voor Judith en ik kruip ook achterin. Voordat we wegrijden wijst Judith naar boven. In Nikki's kamer is het licht aangegaan. Judith gaat snel naar binnen en wij vertrekken. 's Avonds hoor ik dat Nikki nog naar ons heeft gezwaaid en dat ze verdrietig was dat niemand terugzwaaide. Sorry Nikki, we hadden je niet gezien.
In de auto spreken we af om elke 2 uur van bestuurder te wisselen. Gemakshalve vergeten we even dat Theo er al weer een kleine drie kwartier op heeft zitten vanaf vertrek van zijn huis. We tellen vanaf Dordrecht. De eerste twee grensovergangen zitten er in no-time op en ondertussen heb ik het stuur overgenomen, onderweg richting de Parijse periferique en de donderdagochtendspits. Mijn twee uur zitten er nog niet op en mede namens mijn goede ervaringen uit het verleden met het verkeer rond Parijs besluit ik de signalen van mijn gasgeefspier te negeren en gewoon stug doorrijden. Sukkel, want natuurlijk begint het feest der stilstand en langzaam rijden zo'n beetje ter hoogte Charles de Gaulle. Tot aan de Periferique zijn we omgeven met dezelfde auto's, er is geen ontsnappen aan. Als bij toverslag zit er af en toe ineens een politieauto in burger tussen ons en de buurman, alleen herkenbaar aan een klein zwaailicht. Waar deze vandaan komen of naartoe gaan, geen idee, irritant zijn ze wel. Als er al eens een gaatje is om een baan te kunnen opschuiven is deze al weer weg voordat ik erin durf te sturen. Continu flitsen er motorrijders tussen de auto's door, ongehinderd door het snelheidsverschil tussen hen en ons, koekblikridders. Toch lukt het me om het navigatiesysteem niet teleur te stellen. Tot teleurstelling van Bas, want ik stuur zo de 'hel' van de binnenperiferique op. Hier hetzelfde verkeer als de afgelopen kilometers, maar dan net een paar graadjes 'gezelliger'. Berusting helpt, je zult hier maar elke dag doorheen moeten. Tegen de tijd dat je aanwezig bent op je werk is het lunchtijd, als je het al red en je de baas niet hebt gebeld met de boodschap dat je het vandaag weer niet gaat lukken om aanwezig te zijn. Uiteindelijk verbranden we in de spits van Parijs zo'n anderhalf uur volgens het navigatiesysteem. Tussendoor is het me ook niet gelukt om het stuur over te geven aan Bas en dat voel ik nu heel duidelijk aan mijn gasgeefspier. Vanaf Parijs rijdt het lekker door. Heerlijk rijden met zijn drieën om de beurt, zo kun je ook nog eens lekker een klein dutje doen.
Tot vreugde van Bas en Theo voert ons navigatiesysteem ons over de Brug van Millau, ofwel de hoogste brug ter wereld. Geen van beiden heeft er al eerder overheen gereden. De brug roept wel herinneringen op aan vroegere vakanties toen de brug er nog niet was en je onherroepelijk in de file stond in Millau, maar ook vol bewondering naar het bouwen van de brug kijken. Rijdend over de brug valt ons op dat je er niet overheen kunt fietsen.
N de brug begint echt de 'finale' van vandaag waarbij we al helemaal rijp zijn voor ontzettend slechte grappen, gestimuleerd door de 'Kamasutra voor dikke mensen' volgens Kamagurka. De mevrouw van de navigatie klinkt overigens steeds strenger en bij Argeles moeten we nog goed opletten op wat ze zegt. Dat doen we ook....bijna. Toch rijden we zo het parkeerterrein van het hotel op. Na het inchecken verkennen we op de fiets de weg naar het station, tenslotte moeten we de volgende ochtend de trein van 8:15 halen. Tot mijn grote verbazing zijn er zelfs fietspaden. Nou ja, het is niet meer dan een strookje van het voetpad waar een fiets op geschilderd staat. Voor de rest is het nog steeds om de gaten heenrijden en onder de laaghangende takken door rijden. Het station staat ook niet heel goed aangegeven, tenminste...niet voor fietsers. Na de weg gevraagd te hebben rijden we een stukje tegen het verkeer in naar het station wat altijd riskant is in relatie tot Frans weggedrag. Bij het station is voldoende gratis parkeerplaats dus we besluiten om de auto die avond nog bij het station neer te zetten zodat we dat morgen niet hoeven te doen.
Als we teruglopen via het centrum verwachten we een paar leuke eettentjes tegen te komen. Je kunt er maar naast zitten. Er is zo goed als niets en wat er wel is, ziet er niet uit. Dan leek het restaurant naast ons hotel ons leuker. Na het eten gaan we naar het grote terras naast onze kamer om daar eerst nog een lekker sigaartje te roken voor het slapengaan.
Hotel Acapella
1 Chemin de Neguebous
Argeles Sur Mer,66700
Tel: +33468958493
contact@hotel-acapella.fr
Oef, dat valt niet mee. Tien over vier s' nachts zit ik met een kopje thee te wachten op Theo en Bas om me te komen ophalen. Gelukkig zit ik niet alleen en houdt Judith me gezelschap. Zij vindt het geloof ik net zo spannend als ik, misschien nog wel spannender. Uiteindelijk zit zij de komende week alleen thuis met de Nikki en Sepp om daarna ook nog eens alleen richting Zuid-Frankrijk te rijden met de kinders. Maar dat is volgende week, nu word ik opgehaald op de fiets door de Pyreneeën te rijden. Het is niet alleen de fietstocht die ik spannend vind, dat geldt ook de reis naar het startpunt. Ik bedoel, hoe moe zijn we na een dagje in de auto naar Argeles, hoe laat zijn we daar, zitten we op tijd in de trein, gaat het goed met de aansluiting? Het is eigenlijk een soort plankenkoorts, als de eerste rit eenmaal begonnen is weet ik dat ik me kan ontspannen en genieten. Koplampen in de straat. Ja hoor, ik zie een fiets achterop. Snel nog een slok thee en naar buiten! Theo en Bas stappen uit om de fiets op de auto- en de tassen erin te zetten. Klaar, we kunnen gaan. Dikke knuffel en kus voor Judith en ik kruip ook achterin. Voordat we wegrijden wijst Judith naar boven. In Nikki's kamer is het licht aangegaan. Judith gaat snel naar binnen en wij vertrekken. 's Avonds hoor ik dat Nikki nog naar ons heeft gezwaaid en dat ze verdrietig was dat niemand terugzwaaide. Sorry Nikki, we hadden je niet gezien.
In de auto spreken we af om elke 2 uur van bestuurder te wisselen. Gemakshalve vergeten we even dat Theo er al weer een kleine drie kwartier op heeft zitten vanaf vertrek van zijn huis. We tellen vanaf Dordrecht. De eerste twee grensovergangen zitten er in no-time op en ondertussen heb ik het stuur overgenomen, onderweg richting de Parijse periferique en de donderdagochtendspits. Mijn twee uur zitten er nog niet op en mede namens mijn goede ervaringen uit het verleden met het verkeer rond Parijs besluit ik de signalen van mijn gasgeefspier te negeren en gewoon stug doorrijden. Sukkel, want natuurlijk begint het feest der stilstand en langzaam rijden zo'n beetje ter hoogte Charles de Gaulle. Tot aan de Periferique zijn we omgeven met dezelfde auto's, er is geen ontsnappen aan. Als bij toverslag zit er af en toe ineens een politieauto in burger tussen ons en de buurman, alleen herkenbaar aan een klein zwaailicht. Waar deze vandaan komen of naartoe gaan, geen idee, irritant zijn ze wel. Als er al eens een gaatje is om een baan te kunnen opschuiven is deze al weer weg voordat ik erin durf te sturen. Continu flitsen er motorrijders tussen de auto's door, ongehinderd door het snelheidsverschil tussen hen en ons, koekblikridders. Toch lukt het me om het navigatiesysteem niet teleur te stellen. Tot teleurstelling van Bas, want ik stuur zo de 'hel' van de binnenperiferique op. Hier hetzelfde verkeer als de afgelopen kilometers, maar dan net een paar graadjes 'gezelliger'. Berusting helpt, je zult hier maar elke dag doorheen moeten. Tegen de tijd dat je aanwezig bent op je werk is het lunchtijd, als je het al red en je de baas niet hebt gebeld met de boodschap dat je het vandaag weer niet gaat lukken om aanwezig te zijn. Uiteindelijk verbranden we in de spits van Parijs zo'n anderhalf uur volgens het navigatiesysteem. Tussendoor is het me ook niet gelukt om het stuur over te geven aan Bas en dat voel ik nu heel duidelijk aan mijn gasgeefspier. Vanaf Parijs rijdt het lekker door. Heerlijk rijden met zijn drieën om de beurt, zo kun je ook nog eens lekker een klein dutje doen.
Tot vreugde van Bas en Theo voert ons navigatiesysteem ons over de Brug van Millau, ofwel de hoogste brug ter wereld. Geen van beiden heeft er al eerder overheen gereden. De brug roept wel herinneringen op aan vroegere vakanties toen de brug er nog niet was en je onherroepelijk in de file stond in Millau, maar ook vol bewondering naar het bouwen van de brug kijken. Rijdend over de brug valt ons op dat je er niet overheen kunt fietsen.
N de brug begint echt de 'finale' van vandaag waarbij we al helemaal rijp zijn voor ontzettend slechte grappen, gestimuleerd door de 'Kamasutra voor dikke mensen' volgens Kamagurka. De mevrouw van de navigatie klinkt overigens steeds strenger en bij Argeles moeten we nog goed opletten op wat ze zegt. Dat doen we ook....bijna. Toch rijden we zo het parkeerterrein van het hotel op. Na het inchecken verkennen we op de fiets de weg naar het station, tenslotte moeten we de volgende ochtend de trein van 8:15 halen. Tot mijn grote verbazing zijn er zelfs fietspaden. Nou ja, het is niet meer dan een strookje van het voetpad waar een fiets op geschilderd staat. Voor de rest is het nog steeds om de gaten heenrijden en onder de laaghangende takken door rijden. Het station staat ook niet heel goed aangegeven, tenminste...niet voor fietsers. Na de weg gevraagd te hebben rijden we een stukje tegen het verkeer in naar het station wat altijd riskant is in relatie tot Frans weggedrag. Bij het station is voldoende gratis parkeerplaats dus we besluiten om de auto die avond nog bij het station neer te zetten zodat we dat morgen niet hoeven te doen.
Als we teruglopen via het centrum verwachten we een paar leuke eettentjes tegen te komen. Je kunt er maar naast zitten. Er is zo goed als niets en wat er wel is, ziet er niet uit. Dan leek het restaurant naast ons hotel ons leuker. Na het eten gaan we naar het grote terras naast onze kamer om daar eerst nog een lekker sigaartje te roken voor het slapengaan.
Hotel Acapella
1 Chemin de Neguebous
Argeles Sur Mer,66700
Tel: +33468958493
contact@hotel-acapella.fr
9 juli - treinreis Argeles -St. Jean de Luz
Verslag Michel
Slecht geslapen. De halve nacht wakker gelegen van de regen, met zulk weer worden het zware dagen. Op een gegeven moment toch weer in slaap gedommeld om vervolgens weer wakker te worden van gestommel in de kamer. Wat is dat nou weer? Hmm..Bas is een beetje aan het rommelen, geen zin om te begrijpen wat ie aan het doen is. De nacht is tenslotte maar kort.
Als ik wakker word is het weer droog, alhoewel...weer? Het heeft gewoon niet geregend, de airco op de kamer was lek en heeft de hele nacht staan druppelen. Totdat Bas het zat was en de airco uit heeft gezet. Niks lummelen dus.
Om 7:15 willen we uitchecken met de hoop nog wat te snaaien in de ontbijtzaal voordat deze opengaat. Zowel receptie als ontbijtzaal openen pas om 7:30, maar we mogen de sleutel ook bij het ontbijtmeisje afgeven. Iets te eten kunnen we vergeten! Ruim op tijd fietsen we naar het station en onderweg zie ik dat er al een bakkertje open is. Kom maar op met die croissantjes en rozijnenbroodjes. Door naar de auto om nog even de laatste omruil van mee te nemen spulletjes en dan wachten op het perron. Mijn kennersoog ziet direct dat het stationnetje een stop langs de doorgaande baan is. Mijn onwetendheid echter laat me verbazen dat treinen links rijden in plaats van rechts.
Tussen de forenzen vallen we lekker uit de toon met onze glimmende karretjes. In de tijd dat we staan te wachten komen en gaan een aantal treinen en allemaal netjes op tijd. Ondertussen is er een andere fietser bijgekomen op het perron. Deze jongen ziet eruit of ie vaker de fiets meeneemt op de trein dus we houden hem een beetje in de gaten. Blijkt nergens voor nodig, want we hebben gereserveerde plaatsen voor onszelf en onze fietsen en het wijst zichzelf als de trein binnenkomt. Voor de fietsen betekent dit een systeem waarbij ze verticaal opgehangen kunnen worden terwijl wij gewoon lekkere stoelen met uitzicht hebben. Het eerste stuk richting Toulouse rijden we langs de kust en zelfs een stuk recht door zee. Niet op z'n Rita Verdonks maar gewoon met links en rechts water. Onze coupe blijft het hele stuk halfleeg en onderweg lekker de tijd om de meegenomen tijdschriften door te lezen. Rondom de stations zit ik uit beroepsdeformatie toch weer hele stukken naar het spoor te kijken want we rijden langs genoeg rangeerterreinen.
Aangekomen op Toulouse vragen we ons toch nog af hoe het vervolg van de reis gaat. Ik had weliswaar bij het boeken van de treinreis duidelijk aangegeven dat we fietsen bij ons hebben, toch heeft Bas nog wat twijfels. Als enige van ons drieën spreekt hij ook Frans dus Bas gaat informatie inwinnen of we de kaartjes van te voren moeten afstempelen voor de vervolgreis, zo gaat dat nou eenmaal Nederland, en of de fietsen ook mee kunnen. Nee en nee, de kaartjes hoeven we niet af te stempelen maar in de intercity van 13:24, zoals geadviseerd door de Treinreiswinkel, mogen helemaal geen fietsen mee. Tenzij ingepakt. Deze info dame geeft aan dat in de boemeltjes wel fietsen mee mogen en dat we met twee keer overstappen en een uur later vertrekken ook in St. Jean de Luz aan kunnen komen. Balen, maar het is niet anders. Rond het station zit ook geen Mr. Brico om inpakkarton voor de fietsen te kunnen scoren. Er zit dus niets anders op dan een terrasje in de stad te zoeken om even lekker te lunchen en die vinden we op een mooi kruispunt met uitzicht op de passerende mensen. Nadat we onze broodjes op hebben bekijk ik het overzicht van de treinen richting St. Jean de Luz en het valt me op dat er ook een trein nog eerder vertrekt, misschien heeft de infodame deze over het hoofd gezien. Wij weer snel terug om erachter te komen dat de trein eerder een TGV is en dus niet gaat lukken. Dat wordt dus gewoon berusten en de tijd uit zitten op een bankje langs een riviertje in een fout deel van de stad.
Tijdschriftjes lezen, de meisjes sms-en en mensen kijken tot het vertrek van boemel nummer 1 om 14:30. We hadden al eerder ontdekt dat ze in Toulouse niet op oud-hollandsche wijze vantevoren aangeven vanaf welk perron de trein vertrekt, maar pas zo'n kwartier tot twintig minuten van te voren. Voor de zekerheid maar weer op tijd richting station, trouwens ook omdat de druk op de blaas behoorlijk hoog was geworden.
Terwijl we staan te wachten krijg ik van Judith nog een snedige opmerking per sms dat het niet zo handig is als we alle drie tegelijk dezelfde boodschap sms-en aan de meisjes. Of we niet kunnen afspreken dat maar 1 van ons dat doet per keer zodat de meisjes elkaar weer kunnen bellen/sms-en om te kletsen hoe het met ons is. Verwonderd vraag ik aan Theo en Bas of zij eenzelfde reactie hebben gekregen. Blijkt van niet, van Theo hoeft het dan ook gelijk niet meer en eerlijk gezegd was ik toch al verbaasd dat hij uit eigen beweging Nel ging bellen hoe het met ons gaat. Voor de zekerheid laat hij dat nog wel even weten aan Nel waarna het onderwerp zichzelf oplost want Judith krijgt meteen op haar lazer van Nel....belt Theo tenslotte eens een keer. Afijn, moeder/dochter standje.
Bas heeft gelijk van de gelegenheid gebruik gemaakt door even uit te vogelen hoe we herkennen waar we met de fiets de trein in mogen. Zijn onderbuikgevoel dat onze trein al klaarstaat op perron 3 blijkt ook te kloppen. Alleen hebben de informatievoorzieners daar 5 minuten langer voor nodig. Dankzij dit uitzoekwerk stappen we zo de trein in en hangen de fietsen op hun plek. Bas en Theo kruipen naast elkaar terwijl ik aan de andere kant van het gangpad naast een oude Franse taart ga zitten. Zodra ik drie woorden gesproken heb in het Nederlands weet de quiche niet hoe snel ze moet verkassen. Zo voelt het dus om een buitenlander te zijn.
Uiteindelijk zitten we zo'n 3,5 uur in boemel 1 waarbij we de omgeving steeds mooier zien worden en de trein steeds leger. Boemel 2 heeft een kleine vertraging en als we meerdere fietsen op het perron zien staan maken we haast om snel te kunnen instappen met de fiets. Bij de deur begint een jong mannetje in een te groot uniform tegen ons te praten en uiteindelijk begrijpen we dat we moeten inschikken met de fietsen omdat er een vrouw in een rolstoel in het fietsgedeelte zit. Als ze ons ziet prutsen met de fietsen neerzetten krijgen we een hele schuldige blik, slechts overtroffen op het moment dat ze geholpen wordt bij het uitstappen. De perronchef staat netjes op tijd klaar met de roelstoellift, samen met conducteurtje. Nog mooier was geweest als hij ook de moeite had genomen om te controleren of de accu van de lift voldoende vol was. Deze blijkt leeg, maar geen nood, dan loop je gewoon op je dooie gemak naar het voorraadhok om een volle batterij te halen. Net alsof je niet wordt nagestaard door een volle trein. De vrouw in de rolstoel voelt zich in ieder geval wel heel ongemakkelijk en zij kan er niets aan doen. Als het bij het instappen ook zo is gegaan weten we ook gelijk hoe de vertraging is ontstaan.
Nadat we een paar uur in boemel 2 hebben gestaan doen we niet moeilijk als we in boemel 3 weer moeten staan, het is tenslotte de laatste boemel en het kortste stukje. Zolang we maar 1e klas staan en we de fietsen weer op hun plekje kunnen hangen. Eenmaal in St Jean de Luz lijken we even de weg kwijt voorzover we die hadden naar het hotel, niet dus. Hier biedt de I-phone van Bas uitkomst en zodra we het adres van het hotel juist gespeld hebben is de route ook een eitje. Vergeleken met het vorige hotel wanen we ons in een luxe omgeving en we besluiten dan ook hier gelijk te blijven eten. Geen slechte keus en bij het bekijken van de wijnen worden Theo en Bas heel enthousiast over een witte wijn. Een Graves en hij voldoet aan de hoge verwachtingen. Theo en Bas raken bijna niet uitgepraat over alle subtiele smaken die ze proeven. Ik vind het gewoon allejezus lekkere wijn.
Hotel Donibane
4,Avenue Laiatz
Saint Jean De Luz,64500
Tel:+33559262121
donibane@donibane.Fr
Slecht geslapen. De halve nacht wakker gelegen van de regen, met zulk weer worden het zware dagen. Op een gegeven moment toch weer in slaap gedommeld om vervolgens weer wakker te worden van gestommel in de kamer. Wat is dat nou weer? Hmm..Bas is een beetje aan het rommelen, geen zin om te begrijpen wat ie aan het doen is. De nacht is tenslotte maar kort.
Als ik wakker word is het weer droog, alhoewel...weer? Het heeft gewoon niet geregend, de airco op de kamer was lek en heeft de hele nacht staan druppelen. Totdat Bas het zat was en de airco uit heeft gezet. Niks lummelen dus.
Om 7:15 willen we uitchecken met de hoop nog wat te snaaien in de ontbijtzaal voordat deze opengaat. Zowel receptie als ontbijtzaal openen pas om 7:30, maar we mogen de sleutel ook bij het ontbijtmeisje afgeven. Iets te eten kunnen we vergeten! Ruim op tijd fietsen we naar het station en onderweg zie ik dat er al een bakkertje open is. Kom maar op met die croissantjes en rozijnenbroodjes. Door naar de auto om nog even de laatste omruil van mee te nemen spulletjes en dan wachten op het perron. Mijn kennersoog ziet direct dat het stationnetje een stop langs de doorgaande baan is. Mijn onwetendheid echter laat me verbazen dat treinen links rijden in plaats van rechts.
Tussen de forenzen vallen we lekker uit de toon met onze glimmende karretjes. In de tijd dat we staan te wachten komen en gaan een aantal treinen en allemaal netjes op tijd. Ondertussen is er een andere fietser bijgekomen op het perron. Deze jongen ziet eruit of ie vaker de fiets meeneemt op de trein dus we houden hem een beetje in de gaten. Blijkt nergens voor nodig, want we hebben gereserveerde plaatsen voor onszelf en onze fietsen en het wijst zichzelf als de trein binnenkomt. Voor de fietsen betekent dit een systeem waarbij ze verticaal opgehangen kunnen worden terwijl wij gewoon lekkere stoelen met uitzicht hebben. Het eerste stuk richting Toulouse rijden we langs de kust en zelfs een stuk recht door zee. Niet op z'n Rita Verdonks maar gewoon met links en rechts water. Onze coupe blijft het hele stuk halfleeg en onderweg lekker de tijd om de meegenomen tijdschriften door te lezen. Rondom de stations zit ik uit beroepsdeformatie toch weer hele stukken naar het spoor te kijken want we rijden langs genoeg rangeerterreinen.
Aangekomen op Toulouse vragen we ons toch nog af hoe het vervolg van de reis gaat. Ik had weliswaar bij het boeken van de treinreis duidelijk aangegeven dat we fietsen bij ons hebben, toch heeft Bas nog wat twijfels. Als enige van ons drieën spreekt hij ook Frans dus Bas gaat informatie inwinnen of we de kaartjes van te voren moeten afstempelen voor de vervolgreis, zo gaat dat nou eenmaal Nederland, en of de fietsen ook mee kunnen. Nee en nee, de kaartjes hoeven we niet af te stempelen maar in de intercity van 13:24, zoals geadviseerd door de Treinreiswinkel, mogen helemaal geen fietsen mee. Tenzij ingepakt. Deze info dame geeft aan dat in de boemeltjes wel fietsen mee mogen en dat we met twee keer overstappen en een uur later vertrekken ook in St. Jean de Luz aan kunnen komen. Balen, maar het is niet anders. Rond het station zit ook geen Mr. Brico om inpakkarton voor de fietsen te kunnen scoren. Er zit dus niets anders op dan een terrasje in de stad te zoeken om even lekker te lunchen en die vinden we op een mooi kruispunt met uitzicht op de passerende mensen. Nadat we onze broodjes op hebben bekijk ik het overzicht van de treinen richting St. Jean de Luz en het valt me op dat er ook een trein nog eerder vertrekt, misschien heeft de infodame deze over het hoofd gezien. Wij weer snel terug om erachter te komen dat de trein eerder een TGV is en dus niet gaat lukken. Dat wordt dus gewoon berusten en de tijd uit zitten op een bankje langs een riviertje in een fout deel van de stad.
Tijdschriftjes lezen, de meisjes sms-en en mensen kijken tot het vertrek van boemel nummer 1 om 14:30. We hadden al eerder ontdekt dat ze in Toulouse niet op oud-hollandsche wijze vantevoren aangeven vanaf welk perron de trein vertrekt, maar pas zo'n kwartier tot twintig minuten van te voren. Voor de zekerheid maar weer op tijd richting station, trouwens ook omdat de druk op de blaas behoorlijk hoog was geworden.
Terwijl we staan te wachten krijg ik van Judith nog een snedige opmerking per sms dat het niet zo handig is als we alle drie tegelijk dezelfde boodschap sms-en aan de meisjes. Of we niet kunnen afspreken dat maar 1 van ons dat doet per keer zodat de meisjes elkaar weer kunnen bellen/sms-en om te kletsen hoe het met ons is. Verwonderd vraag ik aan Theo en Bas of zij eenzelfde reactie hebben gekregen. Blijkt van niet, van Theo hoeft het dan ook gelijk niet meer en eerlijk gezegd was ik toch al verbaasd dat hij uit eigen beweging Nel ging bellen hoe het met ons gaat. Voor de zekerheid laat hij dat nog wel even weten aan Nel waarna het onderwerp zichzelf oplost want Judith krijgt meteen op haar lazer van Nel....belt Theo tenslotte eens een keer. Afijn, moeder/dochter standje.
Bas heeft gelijk van de gelegenheid gebruik gemaakt door even uit te vogelen hoe we herkennen waar we met de fiets de trein in mogen. Zijn onderbuikgevoel dat onze trein al klaarstaat op perron 3 blijkt ook te kloppen. Alleen hebben de informatievoorzieners daar 5 minuten langer voor nodig. Dankzij dit uitzoekwerk stappen we zo de trein in en hangen de fietsen op hun plek. Bas en Theo kruipen naast elkaar terwijl ik aan de andere kant van het gangpad naast een oude Franse taart ga zitten. Zodra ik drie woorden gesproken heb in het Nederlands weet de quiche niet hoe snel ze moet verkassen. Zo voelt het dus om een buitenlander te zijn.
Uiteindelijk zitten we zo'n 3,5 uur in boemel 1 waarbij we de omgeving steeds mooier zien worden en de trein steeds leger. Boemel 2 heeft een kleine vertraging en als we meerdere fietsen op het perron zien staan maken we haast om snel te kunnen instappen met de fiets. Bij de deur begint een jong mannetje in een te groot uniform tegen ons te praten en uiteindelijk begrijpen we dat we moeten inschikken met de fietsen omdat er een vrouw in een rolstoel in het fietsgedeelte zit. Als ze ons ziet prutsen met de fietsen neerzetten krijgen we een hele schuldige blik, slechts overtroffen op het moment dat ze geholpen wordt bij het uitstappen. De perronchef staat netjes op tijd klaar met de roelstoellift, samen met conducteurtje. Nog mooier was geweest als hij ook de moeite had genomen om te controleren of de accu van de lift voldoende vol was. Deze blijkt leeg, maar geen nood, dan loop je gewoon op je dooie gemak naar het voorraadhok om een volle batterij te halen. Net alsof je niet wordt nagestaard door een volle trein. De vrouw in de rolstoel voelt zich in ieder geval wel heel ongemakkelijk en zij kan er niets aan doen. Als het bij het instappen ook zo is gegaan weten we ook gelijk hoe de vertraging is ontstaan.
Nadat we een paar uur in boemel 2 hebben gestaan doen we niet moeilijk als we in boemel 3 weer moeten staan, het is tenslotte de laatste boemel en het kortste stukje. Zolang we maar 1e klas staan en we de fietsen weer op hun plekje kunnen hangen. Eenmaal in St Jean de Luz lijken we even de weg kwijt voorzover we die hadden naar het hotel, niet dus. Hier biedt de I-phone van Bas uitkomst en zodra we het adres van het hotel juist gespeld hebben is de route ook een eitje. Vergeleken met het vorige hotel wanen we ons in een luxe omgeving en we besluiten dan ook hier gelijk te blijven eten. Geen slechte keus en bij het bekijken van de wijnen worden Theo en Bas heel enthousiast over een witte wijn. Een Graves en hij voldoet aan de hoge verwachtingen. Theo en Bas raken bijna niet uitgepraat over alle subtiele smaken die ze proeven. Ik vind het gewoon allejezus lekkere wijn.
Hotel Donibane
4,Avenue Laiatz
Saint Jean De Luz,64500
Tel:+33559262121
donibane@donibane.Fr
Tuesday, May 25, 2010
Dag 1 - 10 juli - St. Jean de Luz - Larrau
Hôtel Restaurant Etchémaïté**
64560 Larrau
Tél : (33) (0)5.59.28.61.45 - Fax : (33) (0)5.59.28.72.71
http://www.hotel-etchemaite.fr/bienvenue
Dagverslag
Vandaag na twee dagen reizen (eerst per auto naar Argelés aan de Middellandse Zee en gisteren per trein naar St-Jean-de-Luz) eindelijk op de fiets. Helaas geen vlekkeloze start. Nog voor het echte vertrek brak de tas van Bas van de zadelpen af. Repareren koste ons incl. zoeken naar materialen zo'n 2,5 uur. Zo vertrokken we te laat voor een lange etappe. Tot aan de enige col van vandaag (de Irati) verliep alles soepel. In het begin van de klim weer malheur voor Bas: een spaak in zijn achterwiel sprong met als gevolg een flinke slag in het wiel. De col zelf was zwaar: 17,5km en voor het grootste stuk meer dan 10%. Helemaal omdat het water sneller ging dan de kilometers. Gelukkig ondekten we boven op het eerste deel een bergbron. We hadden zoveel dorst dat we de gok waagden en onze bidons vulden. Heerlijk koel! In de afdaling begaf Bas' tweede spaak het. Proberen om zo snel mogelijk een nieuw wiel te krijgen maar de komende dagen.
Na een vermoeiende dag om 20u aangekomen in Larrau. Een welverdiende maaltijd en een flesje wijn... Het blijft wel vakantie. Nu lekker slapen. Tot morgen.
Verslag Michel
Ontbijt in hotel is geen straf, tenzij je geestelijke gesteldheid je niet in staat stelt om te kunnen kiezen. Keuze en van alles genoeg. Dat schept verwachtingen voor de komende dagen. Als we wegrijden doen we gelijk verstandig en kopen we flesjes water bij de supermarkt om de hoek en weg zijn we. Op weg naar het strand om het ceremoniële flesje te vullen met water uit de Atlantische oceaan. Het voelt een beetje aan als het Oud-Hollandsche pijp schaatsen maar dan zonder risico dat het flesje water kapot kan gaan, want het is gewoon van plastic. Voordat we bij het strand zijn kunnen we gelijk de kuiten even testen op korte hellinkjes. En het fietsgevoel met bepakking natuurlijk. Dat valt niet tegen, wat wel tegenvalt is dat mijn snelheidsmeter het af en toe laat afweten. Met het monteren van mijn voortasje is de kabel bekneld geraakt, lijkt het.
Het strand is zo gevonden zodat Theo mag proberen zijn voeten droog te houden als hij het flesje gaat vullen. Bas volgt hem op gepaste afstand om de processie vast te leggen op de gevoelige plaat. De Pyreneenrit is hiermee officieel gestart waarna we op de fiets klimmen voor onze Grand Depart. Totdat we een krak en een godver met een zachte g horen als we van het stoepje afrijden. Door het stuitertje is de bevestiging van zijn achtertas afgebroken en no way dat we die er zo weer op kunnen bevestigen. Ondanks onze Zwitserse zakmessen zijn we tenslotte zijn geen van drieën een Mac Gyver. Nou ja, beter hier dan straks in the middle of nowhere, maar toch. Eerst de bevestiging maken en dat zou toch moeten lukken in stedelijk gebied. Wij verwachten gewoon een fietsenmaker in St. Jean en op goed geluk gaan we op zoek.
Al vrij snel begrijpen we dat dat gekkenwerk is en dat we beter op zoek kunnen gaan naar fatsoenlijke bouten en waar kun je dat beter vinden dan bij het culturele erfgoed van Frankrijk, de bricolage. Met grote zekerheid herinneren we ons dat in de buurt van het hotel zo'n zaak zit, of zou moeten zitten. Die zekerheid blijkt niet te kloppen maar we zien wel een groot bord met de aankondiging dat 5 minuten verder een Mr. Brico zit, kan niet missen. Een stukje verder komen we ook nog langs een Supermarche en we verwachten daar ook nog kans te maken op een oplossing. Verder dan een setje keilbouten met ongeveer de juiste maat komen we niet, dus we gaan toch weer verder op zoek naar Mr. Brico. Die blijkt een fantastische verstopplaats te hebben want na een half uur fietsen hebben we hem nog niet gevonden, zelfs geen nieuw bord. Na nog een teleurstellend rondje langs autowerkplaatsen gaan we toch maar weer naar de Supermarche om extra keilbouten te kopen zodat we genoeg ringetjes hebben om de benodigde lengte te compenseren. En joepiedepoepie.....het werkt.
Twee uur en tien kilometer verder kunnen we dan eindelijk vertrekken. Het drukke verkeer in het plaatsje laten we snel achter ons en eindelijk fietsen we echt. Na een paar kilometer komen we toch nog een Mr. Brico tegen en voor de zekerheid kopen we nog een paar bouten en voldoende ringetjes zodat we eventuele nieuwe krakken in de middle of nowhere kunnen oplossen. Het idee om gelijk een paar broodjes te kopen voor onderweg laten we varen om eerst maar eens serieus kilometers te gaan maken. We hebben lekker weer, zonnig met een lekker windje en we rijden een lang en mooi stuk langs een riviertje en een boemelspoor. Tot mijn verbazing kost het me nog behoorlijk moeite om een beetje snelheid te rijden op de vlakke en dalende wegen. Zoveel tegenwind staat er toch ook weer niet. Bas helpt me uit de illusie, we rijden gewoon al een tijdje met 1 tot 2 procent omhoog. Aha erlebnis, zo voelt vals plat dus. Het duurt een tijdje voordat ik het behalve aan mijn beenspieren herken. Hier nog geen waterstroompjes langs de kant van de weg, anders had het wel heel sullig geweest. Na een paar uur cruisen met af en toe een steiler stukje besluiten we te gaan eten bij het eerstvolgende restaurantje. Deze staat al aangegeven en hongerig slaan we de afslag naar beneden in om gelijk in de remmen te knijpen bij de aanblik van een bruiloft. Op naar de volgende tent. Met mijn jeugdig enthousiasme probeer ik op het steile hellinkje op te stappen en gelijk in de pedalen te klikken. Zwaartekracht doet de rest en vanuit stilstand val ik met ingeklikte voeten om naar rechts. Na de schrik volgen de grappen al snel, gelukkig ben ik dit keer niet op mijn wiel gaan zitten denk ik bij mezelf. Met een paar schaafwondjes op arm en been en krasjes op mijn fiets lijkt er niet zoveel aan de hand. Tijdens het fietsen gaat het schakelen in de zwaardere regionen wat lastiger, maar die heb ik in de bergen toch niet nodig. Twee bochten verder vinden we een bakkertje waar we stoppen voor de lunch met een lekker broodje en flesje prik. Jammer genoeg geen wc bij het bakkertje en goed opgevoed als we zijn plassen we niet in hun tuin dus met een volle blaas de fiets weer op en verder.
Langzaam aan bouwt de omgeving de spanning op voor de eerste echte cols van de tocht, de col d'Haltza en col de Burdincurutcheta en de col Bagargui. Drie venijnige klootzakken voor de overmoedige amateurs die wij zijn. Om de chalets d'Iraty op de col de Bagarguil te bereiken moeten we eerst over de tongbrekende Haltza en Burdincurutcheta die gelijk aantoont dat elke voorbereiding in Nederland hopeloos is. Volgens mij zie ik in de eerste kilometers op de paaltjes al hellingpercentages van 10% tot 12%, niet tegengesproken door mijn kuiten, bovenbenen en zweetproductie. Alhoewel voor dat laatste ook een oorzaak kan liggen in zon en hitte. Op gegeven moment kan ik alleen maar hopen dat er ook uitrustmomenten in de helling zitten. Tevergeefs en ondertussen verdwijnt mijn zelfvertrouwen bijna net zo hard als het water uit mijn bidons die we koppig als we zijn niet nog even hebben bijgevuld toen het nog kon. Koebellen klinken steeds luider in mijn oren terwijl ik van het uitzicht steeds minder mee krijg. Afstappen voelt als een overgave en daar ben ik nog niet aan toe, eerst voorbij die bocht misschien dat het daar vlakker wordt. Uiteindelijk capituleer ik en stap af om te uit te rusten en wordt gelijk overvallen door duizeligheid. In de schaduw van een bord met uitzicht op de weg onder me drink ik een paar slokjes water, niet teveel want bijna op. Heerlijk.
Al gauw komt Bas ook aanrijden en zijn gezicht vertelt een ander verhaal dan de ogenschijnlijk soepele trapfrequentie. Ik hoor hem iets zeggen als gebroken spaak en dat is goed klote. Dit is niet echt de beste omgeving daarvoor. Terwijl we in de berm zitten zien we Theo aan komen rijden. Zonder ons te zien stopt hij precies onder ons om een foto van het uitzicht te maken. Wij weten genoeg, foto's maken is zijn excuus om uit te rusten. Als we hem roepen komt hij naar ons toe gelopen en na nog eens naar zijn achterwiel te hebben gekeken is Bas het zat en rijdt verder. Theo en ik stappen ook weer op. De eerste keer afstappen heeft een knop omgezet en ik schaam me dan ook een stuk minder als ik een paar bochten verder weer afstap, en daarna weer. Daarbij behoorlijk lastig gevallen door een hardnekkig soort steekvlieg. Bas heeft op een gegeven moment het ritme te pakken en rijdt vooruit.
Op de kaart kan ik echt niet aflezen waar ik zit, ik denk dat ik al veel verder ben als het een stukje wat vlakker gaat. Met mijn domme kop zet ik hier aan in plaats van even uit te rijden. Ergens fluistert een stemmetje in mijn hoofd dat ik Bas nog wel bij kan fietsen als ik even doorzet en dat hou ik niet heel lang vol. Wederom een paar bochten verder en gedesoriënteerd stap ik af, trek mijn slippertjes aan en ga te voet verder. Na een kilometer of 2 lijkt het of de top in zicht is en dat is zo. Met een grote lach komt Bas vanachter een rotsblok gelopen en geeft me een volle bidon koud water. HEERLIJK! Hoe komt ie daar nou aan? Ik kijk rond en zie helemaal niets wat lijkt op een terras, toeristenwinkel, stalletje of zelfs maar een waterstraal. Op goed geluk is hij op een glinstering in het gras afgelopen en een waterstraaltje gevonden. Met het risico op scheurbuik vullen we onze bidons en voegen een Isostartabletje toe om de smaak van steengruis te verdoezelen en proosten alsof het een koel biertje is. Terug bij de weg weet een andere fietser ons te vertellen dat Theo in de buurt is, handig zo'n teamoutfit. Met een volle bidon fietst Bas Theo tegemoet en ik bel naar Judith met het vrolijke bericht dat het toch best zwaar is om bergop te fietsen zonder water met de hoop dat ze niet ongerust wordt. Al snel komen Bas en Theo weer aangefietst waarbij Theo met een grote lach iets roept als '…..goed...water...is'. Als Theo ook weer bijgekomen is belt Bas naar het hotel dat we iets later zullen zijn waarna we onze windjakkies aantrekken voor een stukje afdaling naar de col Bagargui door het Foret d'Iraty. Enigszins angstig begin ik aan deze klim, maar dat is nergens voor nodig want met kilometers van gemiddeld 5% voelt deze als een verademing. Ik kan zelfs weer echt genieten van het uitzicht. Toch krijgen we ook hier nog stukken van 13% voor de kiezen. Met een keertje afstappen bereik ik de top met de chalets d'Iraty met een beter gevoel dan op de vorige klim. In de afdaling slalommen we tussen de koeien en schapen door naar beneden. Het is een heerlijke afdaling met mooie bochten en stukken waar je mooi door kunt rijden maar het lukt me nog niet om mijn verstand uit te zetten en knijp dan ook wat harder in de remmen boven de 50km/h.
Halverwege wachten we even op Bas die voorzichtig aan doet met zijn gebroken spaak. Onoplettend komt de velg van mijn voorwiel tegen mijn kuit aan en schrik ervan hoe heet deze is. Als Bas bij ons stopt blijkt dat een tweede spaak in zijn achterwiel is gesprongen waardoor hij zijn achterrem echt niet meer durft te gebruiken. Met alleen zijn voorrem is hij genoodzaakt om heel langzaam te dalen en regelmatig zijn voorwiel te koelen met water. Wat nu vragen we ons af. Bas overweegt een fietsenmaker op te zoeken en dan vooruit te reizen, of zoiets. Wij vinden: samen uit samen thuis. Halverwege de afdaling kunnen we maar 1 ding en dat is verder dus dat doen we. Onderaan de afdaling blijkt ons hotel toch nog 2 kilometer verder klimmen te liggen en nadat Bas heeft aangesloten rijden we verder.
Larrau blijkt een plaatsje van niets, maar zelfs dat heeft een paar straten. Van het hotel hebben we alleen geen adres kunnen vinden dus dat wordt zoeken. Bas rijdt een blokje om en gebaart al snel het hotel te hebben gevonden. Van de bazin krijgen we een kwartier de tijd om te douchen en om te kleden als we nog mee willen eten. Dat willen we maar al te graag dus dat lukt. Het eerste biertje smaakt verrukkuluk en het menu dat we nemen begint met een groot bord gevulde groentensoep. We begrijpen alleen niet dat van ons verwacht wordt bij het opscheppen te zeggen dat het genoeg is. Vol verbazing vraagt het bedienende meisje uiteindelijk zelf of het genoeg is als er niets meer bij kan, tja wijffie, we hebben gefietst, afgezien en nu hebben we honger. Na het eten snel de fietskleren uitspoelen en uithangen, benen masseren en slapen. De Tour win je tenslotte in bed!
Dag 2 - 11 juli - Larrau - Laruns
Hotel Ossau
Place de la Mairie
64440 Laruns
Tel: 05 59 05 30 14
http://pagesperso-orange.fr/hotelossau/
Dagverslag
Vandaag een "makkelijke" etappe gehad. 75km zonder al te veel klimwerk. In het eerste het beste winkeltje dat we tegenkwamen hebben we meteen extra flesjes water gekocht (ja... We hebben geleerd van gisteren). Maar het was. Niet echt nodig. Om 13.20u zaten we al op het terras van ons hotel in Laruns. Theo had wel nog een lekke band, maar dat was pas in de laatste 100m.
Heerlijk een biertje gedronken en de Tour gekeken in de bar. Nu liggen we lekker op bed de laatste kilometers van de etappe te kijken (hoewel... Theo snurkt).
Vanavond de finale van het WK voetbal kijken. Iedereen hier in Baskenland is voor Spanje, maar wij hopen natuurlijk dat Nederland wint. Zouden de Spanjaarden ook mooi kunnen huilen? Hopelijk zien we het vanavond.
Voor ons wacht morgenochtend meteen de Col d'Aubisque. We hebben er zin in maar zijn er ook een beetje zenuwachtig voor. Nou ja, je leest het morgenavond wel.
Voor nu tot ziens en duimen voor Oranje.
Verslag Michel
Het nadeel van je kleren 's avonds laat uitspoelen en uithangen is dat je de volgende ochtend gewoon een natte zeem aantrekt. Droogfohnen heeft dan ook niet veel zin, ook al beweert Bas dat zijn broekzeem toch echt ietsjes droger is dan die van ons. Tja, tegelijk zijn wij ook nog eens te geciviliseerd om in onze natte fietskleren aan het ontbijt te verschijnen. Dan maar eerst ontbijten en daarna omkleden. Het ontbijt mag zich meten met dat van gisteren. En wij maar denken dat Fransen aan karige ontbijtjes doen.
Zodra we onze nog natte kleren aanhebben gaan we er rustig vandoor, vandaag een redelijk rustige dag op het programma. Het eerste stuk is het voornamelijk dalen langs een mooi, snelstromend riviertje en door een mooie omgeving. Op een gegeven moment roept onze wegkapitein ons tot de orde. Zijn fietstomtom geeft aan dat we een afslag gemist hebben. Bas laat zich natuurlijk niet kennen en bestudeerd direct de kaart om te constateren dat het klopt.
Terug bij de afslag blijkt dat we gelijk mogen gaan klimmen. Na onze fantastische klimervaring van gisteren schakelen we gelijk naar ons lichtste verzet want stel je voor dat schijn bedriegt en dat er na de volgende bocht nog 50 van die schattige bochtjes bergop volgen. Niet dus en ik durf al snel weer een tandje zwaarder te schakelen en we komen al snel langs een paar huizen voordat we alweer dalen. Zodra we in een plaatsje een winkel tegenkomen kopen we gelijk een paar flesjes water en bananen. Ook een les van gisteren. Nu echt met genoeg drinken op zak gaan we verder en een paar kilometer verder beloofd een bordje in een dorpje ons een col. Bas stelt me gerust door uit te leggen dat een col niets anders is dan de laagste doorsteek tussen twee bergtoppen door en dat niet elke col daarmee een dramatische beklimming is. Rond datzelfde moment passeren we een vent op een mountainbike en Bas grapt dat deze man ons straks met een zelfde vaart voorbij zal fietsen. Daar hou ik niet zo van en zodra ik in mijn ritme zit rij ik door. Die man zal mij niet voorbij rijden! Al vrij snel zijn we boven en is niemand door de mountainbiker voorbij gereden.
De verdere rit bestaat uit geleidelijk klimmen en dalen. Op een gegeven moment rijden we over een minder goed geasfalteerde weg, maar dan wel ruimschoots gecompenseerd met een adembenemend mooi uitzicht op een half begroeide rotsformatie rechts van ons. Het gestuiter over de weg helpt niet als je moet plassen maar ik wil niet halverwege bebouwing een boom opzoeken, ik wil nog wel een beetje privacy als ik plas. Als we het bos inschieten zie ik mijn kans schoon. Tegelijk maken we van de gelegenheid gebruik om een banaantje te eten en de oranje beessies op onze fiets te bevestigen. Vanavond staat Oranje tenslotte in de WK finale, dus wij steunen onze jongens. De route door het bos is heel mooi. De weg loopt vloeiend omhoog en in de afdaling blijken het mooie kombochten te zijn waardoor het lekker sturen is. Voor mij als bange poeperd in afdalingen is het een mooie gelegenheid om zelfvertrouwen te tanken en te leren zonder remmen door een bocht te sturen. Ik heb hier zelfs nog oog voor overstekende salamanders en kevers. Bas heeft voorlopig een andere ervaring want met zijn zwabberwiel zijn zelfs deze bochten geen koekie. Als we weer een stukje samen oprijden heeft hij het over een ervaring alsof er continue een zwaar gewicht aan zijn fiets hangt. Maar goed, voorlopig rijdt hij dus nog steeds en dat hadden we gisteren niet durven hopen. Als Laruns op de borden vermeld staat komen we ook mooie borden tegen met vermelding van de status van de cols in de omgeving. Zoals verwacht is de col d'Aubisque ouvert, de overige trouwens ook. Als we het dal inrijden richting Laruns breekt de zon door en zet die vreselijk hoge bergen in een heel mooi licht. We komen veel fietsers tegen die alweer terugkeren van hun ritje over de Aubisque. Die krijgen wij morgen!
Als we vroeg in de middag Laruns inrijden met nog geen 100 meter te gaan voordat we bij het hotel zijn zorgt Theo voor de komische noot van vandaag met een lekke band. Geeft niks. Om 13:20 zitten we gewoon op het terras voor de deur een colaatje te drinken. Na het inchecken, de fietsen geparkeerd te hebben in de garage en Theo zijn binnenband vervangen gaan we op verkenning uit in het dorpje. Aan de voet van de Aubisque zal toch wel een fietsenmaker te vinden zijn. De plaatselijke VVV dame kan Bas, en ons, geruststellen. Buiten linksaf, en bij het kruisbeeld weer linksaf en naar beneden zit een mountainbikewinkel. Grote kans dat ie ook verstand heeft van racefietsen. De winkel is op zondag gesloten, maar omdat we genoeg tijd hebben en morgen zo vroeg mogelijk op weg willen gaan vast op zoek waar de winkel zit. Als we onderaan de klim zijn aanbeland vermoeden we dat er wat ruis in de wegbeschrijving is gekomen. Nergens een kruisbeeld te vinden. Nou ja, dan vragen we het morgenochtend nog wel eens na in het hotel, nu eerst een biertje drinken en de tour kijken. Twee biertjes later gaan we weer terug naar de kamer om daar verder te kijken en een beetje te rusten. Al gauw hoor ik een rustgevend gesnurk naast me en zelf zit ik ook al aardig tegen de slaap aan.
Uitgerust zoeken we een paar uurtjes later het terras van bar Pamplona op om in het hol van de leeuw naar de WK finale te kijken. Hoewel ruim nadat gemiddeld in Holland de piepers op tafel komen is het terras nog leeg en zijn we zo'n beetje de eersten die komen eten. Overigens al snel gevolgd door een Nederlands stel, misschien dan toch ook Jack van Gelder met het commentaar straks? De eerste pasta van de week smaakt ons prima en om ons heen wordt het ook al drukker. Sterker nog, het lijkt wel of we op het enige terras met een tv zitten hier. Een paar bijdehante Fransen trekken lukraak stoelen weg om maar zitplaats te hebben. Helaas ook de stoelen waarop ze net 2 uur bezig zijn geweest om het scherm rechtop te krijgen. Als de wedstrijd begint is zo ongeveer een kwart van het publiek Nederlands, maar we houden ons gedeisd. Alle Fransen op het terras zijn in ieder geval Spaansgezind, net als de tv-commentator. In deze ambiance kijken we toch met hele andere ogen naar het spel van Oranje. Het lijkt net of onze jongens helemaal geen mooi verzorgd en aantrekkelijk voetbal spelen. Zelfs alsof er gemene rotschoppen uitgedeeld worden. Blijk je toch een beetje mee te gaan met het commentaar die continue praat over 'un carte rouge'. Theo weert zich kranig tegen de spanning en blijft gewoon de hele wedstrijd op zijn stoel zitten kijken, ondanks onze goedbedoeld advies dat als hij het aardig vraagt hij best mag afwassen om de spanning draaglijk te maken. Bij het begin van de verlenging maken we dat we wegkomen. Er lijkt geen eind aan te komen en morgen moeten we toch echt stevig klimmen. De rest kijken we wel op het kleine scherm in onze kamer. Na de Spaanse goal weten wij genoeg en kruipen we onder luid gejuich onder de dekens. Om de een of andere reden kan ik niet gelijk in slaap vallen. Komt dat nu omdat bij elke herhaling van de Spaanse goal een luid gejuich opstijgt vanaf het plein of vanwege de spanning voor de klim van de Aubisque morgen?
Dag 3. - 12 juli - Laruns - Bareges
Hôtel Alphée
1, rue Labatsus
65120 Barèges
Tél. 05.62.92.68.39
Fax : 05.62.92.17.26
http://www.lestoys.com/immobilier/hotel-bareges-alphee.html
Dagverslag
Oh, oh, wat een mooie dag vandaag. Na een frustrerende avond voetbal kijken in Bar Pamplona, waar vrijwel iedereen op de hand van de Spanjaarden was (we konden door het gejuich pas laat slapen) maakte onze route vandaag veel goed. Was het ontbijt nog wat karig. Daarna begon de pret meteen. Met de Col d'Aubisque beklommen we onze eerste legendarische Pyreneeëncol. En het ging bij allemaal nog heel goed ook. Een apart gevoel om in de mist/wolken omhoog te fietsen. Je voelt je helemaal alleen met de berg. Het enige wat je hoort is het draaien van je wiel, je eigen ademhaling en de bellen van de koeien die ergens in de buurt moeten zijn. Even na de top drong het ineens tot ons door en riepen we uit: "Weet je... we hebben gewoon de Aubisque gedaan! Zet maar weer een kruisje in je lijst met grote bergen die je eens moet doen!"
Na een korte afdaling volgde de Soulor, maar die stelt vanaf deze kant niet zoveel voor. In de afdaling was het wel af en toe uitkijken omdat de koeien, schapen en paarden soms midden op de weg staan.
Verder een rustige etappe van zo'n 75km, hoewel we aan het einde nog even de eerste 7km gan de Tourmalet als toetje kregen voorgeschoteld. Uiteindelijk aangekomen in Barèges, een wintersportdorp dat op wat fietsers na uitgestorven lijkt. Maar over een paar dagen, als de Tour hier twee dagen na elkaar doorkomt zal het een gekkenhuis zijn. Men is hier erg trots op 100 jaar Tourmalet in de Tour de France!
Nu (21.30u) liggen we lekker op bed. We moeten goed uitrusten voor een pittige tocht morgen, met 3 grote Cols.
Welterusten.
Verslag Michel
Vandaag gelijk in de fris gewassen kleertjes naar de ontbijtzaal. Als die er is tenminste. Navraag aan de bar leert dat achterin een tafel gedekt staat voor ons. Twee stukken stokbrood en een stuk croissant verder hebben we ons eerste typisch Franse ontbijt van de fietstocht achter de kiezen, begeleid met de bijna spreekwoordelijke kop koffie en glas jus.
Tijdens het ontbijt vertelt Theo enigszins gepikeerd dat hij af en toe uit zijn slaap werd gelanceerd als ik mij omdraaide. Maar dat is logisch leg ik uit, want ik ben nu eenmaal een stuk zwaarder dan Nel. Helaas krijgt hij bijval van Bas dat ik een wel heel rare techniek van omdraaien in mijn slaap heb. Tja, dag zegt Judith ook altijd, maar dat hou ik nog even voor me. Na het ontbijt vertelt het barmeisje desgevraagd de route naar de mountainbikewinkel. Blijkbaar zat er nog een linksaf en al gauw komen we voorbij een kruisbeeld (check) en ja hoor. Er zit een mountainbikewinkel...die op maandag gesloten is. Daar hebben we dus niets aan. Na de goede ervaring van gisteren durft Bas het wel aan met zijn zwabberwiel de Aubisque te doen. Held. Maar niet nadat we voldoende water en banaantjes hebben ingeslagen. Aan de voet van de col staat een groot bord met informatie over de lengte, gemiddelde stijgingspercentage per kilometer en voor de hele berg. Zoals het hoort bij een col van stand. Hoewel het echte venijn pas halverwege begint gaan we voorzichtig van start. Theo stuurt ons al snel op verkenning vooruit en ik zit comfortabel in Bas zijn wiel. Alhoewel comfortabel. De spanning is bij Bas op zijn maag geslagen want al boerend gaat hij vooruit. Vooraf hebben we afgesproken om over de helft in Gourette te wachten en iets te drinken maar als Bas in het eerste dorpje lek rijdt kunnen we weer als groep verder. Tenminste zodra Theo zijn ruzie met zijn achtertas heeft bijgelegd. De bevestiging was ietsje te wijd geworden waardoor zijn tas niet meer stevig zat en eraf viel. Theo fixed dat met een welgemikte trap om deze daarna weer een stukje op te rekken. Vanaf dat moment waaieren we uit, ieder in zijn eigen tempo. Verstandig, of angstig, stop ik voor een tunnel om mijn achterlicht aan te zetten. Bas sluit ook weer aan en blijft nog even op Theo wachten die alweer in zicht is. Voor deze tunnel was het licht nog niet echt nodig, maar al gauw rij ik letterlijk in de wolken waarbij ik toch echt blij ben dat achteropkomend verkeer mij kan zien. Onderweg kom ik ook al de eerste dalers tegen. Zelfs een groep kinderen op mountainbikes! De wolk wordt steeds dichter en Gourette meen ik dan ook te herkennen aan de belijning van de parkeerplaats die voor mijn wiel opdoemt. Zodra ik een bord zie dat mijn vermoeden bevestigd zet ik mijn fiets ertegenaan en eet mijn banaantje. In de 4 minuten voordat Bas aankomt waait de wolk al een beetje weg. Hierdoor kan ik hem met gejuich ontvangen. Samen zoeken we een plaatsje uit de wind terwijl de wolken nu echt wegwaaien. Nu zien we pas echt hoe mooi het hier is. We hebben zelfs al uitzicht op de eeuwige sneeuw. Samen lopen we Theo tegemoet als hij aankomt, volgens mij wordt hij zelfs gefilmd door Bas. In Gourette drinken we nog even een bakkie voordat we verder gaan.
Bij het opstappen worden we gepasseerd door een andere toerist met nog grotere tassen op zijn fiets en als ik mijn ritme te pakken heb kruip ik naar hem toe om vervolgens een tijdje in zijn wiel te blijven hangen. Is ook wel eens lekker. Als het stijgingspercentage ietsje toeneemt neem ik de kop over maar al snel blijkt hij te hebben gelost. Nou ja, dan maar weer alleen verder. Langzaamaan ben ik boven de wolken uitgestegen en ik word getrakteerd op een schitterend gezicht van de zonnestralen op de wolken tussen groene bergtoppen. De koebellen hoor ik ook weer als begeleiding richting de top. Bovenaan is het goed te zien dat we op een beroemde col rijden. Veel fietsers, een toeristenwinkel en zelfs een paar fietsen van reuzenformaat: een gele, een groene en een rood/wit gestipte. Een van de fietsers heeft een shirt aan van Van Vliet uit het Westland. Volgens Bas is het er een van het continental team en zo te luisteren is het eerder een Italiaan dan een Westlander. Trots sms ik Judith om het mooie nieuws te melden. Daarna lekker relaxed wachten op Bas en Theo. Als Theo boven is trekken we snel de windjasjes aan en gaan de afdaling aan. Achter Theo aan daal ik samen met Bas rustig aan. Hij vanwege zijn zwabberwiel, ik vanwege angst om te vallen. Op naar de Col de Souleur 7km verder. Omdat we die halverwege aanvallen valt deze wel mee. Overstekend vee is de grootste hindernis hier. Bovenaan komt het besef dat we gewoon de Aubisque gedaan hebben en kunnen afvinken. Vanaf daar gaan we, bijna, rustig verder. De verdere weg is weer erg mooi met stijgen en dalen langs bergwandjes en riviertjes.
Rond twee uur rijden we door een plaatsje waar we iets te eten hopen te scoren. Alle winkels lijken dicht maar als we op goed geluk een zijstraat inrijden vinden we daar een echte Italiaanse pizzeria, zouden ze daar ook pasta hebben? De borden van de andere gasten op het terrasje liegen niet. Geef ons ook maar pasta signora. Ik krijg een heerlijke spaghetti carbonara, met een rauw ei. Dat is weer nieuw voor mij, maar toch echt heel erg lekker. Met goed gevulde buiken en een fantastisch humeur gaan we op voor de Tourmalet. Nou ja, het eerste deel dan want halverwege in Bareges hebben we een kamer geboekt. Vanaf het terras nog even in discussie met Bas over de vervolgweg. Volgens hem naar rechts, volgens ons naar links, dus volgens goed democratisch gebruik gaan naar links. Stadje uit, rotonde oversteken en met een rotswand aan de linkerhand en een riviertje aan de rechterhand volgen we de borden richting Tourmalet. Het is wederom zo'n weg met mooie stukken vals plat, maar nu heb ik de truc door. Tenminste, ook hier weer geen gootje met stromend water langs de weg maar de combinatie van groeven in de rotswand, de begroeing, het licht en natuurlijk de stand van de zon geven duidelijkheid. Nog slimmer is het om gewoon een hoogtemeter bij je te hebben, maar die heb ik niet en Bas en Theo rijden al weer te ver achter me om een goed gesprek mee te kunnen hebben. Het is niet alleen vals plat wat de klok slaat, geregeld is het net zo steil als de Kiltunnel en waarschijnlijk ben ik ze daar kwijt geraakt. Als we de rotswand achter ons hebben gelaten en op Luz St. Saveur af stormen wordt de weg vlakker en begint de zeurende pijn in het zitvlak ons alledrie te irriteren. Dan maar liever klimmen, dan hoef je niet zo actief te zitten. In het dorpje hergroeperen we en kijken vol respect richting Tourmalet. Voorbijgangers steken ons nog een hart onder de riem door vol enthousiasme te vertellen dat de Tourmalet 20 kilometer lang is en continue steil zonder vlakkere uitrustmomenten. Dat beurt ons op, gelukkig hoeven we alleen maar de eerste 10km!
Na een paar kilometer afzien rijdt een fietser me voorbij en als er al een gat is gevallen lukt het me om in zijn tempo mee te komen. Een paar kilometer voor Bareges komt vanaf links een mountainbiker achter mij aan rijden. Nu heb ik een richtpunt voor me en de druk van achter, want me nog een keer laten inhalen vind ik geen optie. Als de bebouwing dichter wordt verwacht ik elk moment een bord Bareges, mentaal heb ik al besloten om bij het bord op Bas en Theo te wachten. Een haarspeldbocht, nu kan het niet ver meer zijn. In mijn ooghoek zie ik de fietser voor me rijden en ik bedenk dat ik met een laatste krachtinspanning die fietser misschien nog wel kan inhalen, dus daar ga ik. Na de volgende bocht zie ik nog steeds geen bord maar wel dat de fietser uit mijn ooghoek gewoon een langzamere fietser voor me is die net voorbij is gereden door mijn richtpunt die nog net zo ver voor me rijdt als hiervoor. Moe gestreden hou ik even mijn voeten stil en wordt gelijk voorbij gereden door de mountainbiker. Ergens vind ik nog kracht om in zijn wiel mee te rijden en nadat we de langzamere fietser voorbij zijn zie ik het bord Bareges staan. Uitgeput zet ik mijn fiets aan de kant en klim in de hoge berm om uit te rusten en te wachten op Bas en Theo.
Al snel volgt Bas in een mooi tempo. Hij lijkt de Tourmalet goed te verteren, het is dan ook zijn type berg. Steil en continue dezelfde steilheid zonder afwisseling. Enigszins teleurgesteld dat we nog niet bij het hotel zijn stopt hij toch ook hier en samen wachten we op Theo. Vol bewondering gaan we staan als Theo aan komt fietsen. Hij lijkt wel herboren, zo soepel rijdt hij. Al snel beseffen we dat hij het niet is maar een andere oude bekende. Het is onze Westlandse Italiaan die ons behoorlijk suf aankijkt als we hem in het Nederlands aanmoedigen en we menen een soort ongeloof in zijn ogen te zien als hij ons herkend als die zwoegers die vanochtend tegelijk met hem aan de afdaling van de Aubisque begonnen. Ja jongen, dat hebben wij sneller gedaan!
Dan komt Theo toch, onmiskenbaar aan zijn gevecht om niet om te vallen. Met gekruiste vingers zien we hem om een geparkeerde auto heensturen die hij, zoals later blijkt, totaal niet gezien heeft. Maar hij heeft het ook gered vandaag. Onderweg heeft hij nog een paar mooie foto's gemaakt. Het hotel is hierna snel gevonden zodat we weer een welverdiend biertje mogen drinken. Daarna inchecken. We hebben 2 aparte kamers, 1 met een groot bed en 1 met een stapelbed. Enigszins schuldbewust geef ik Thoe de keuze waar hij wil slapen, ervan uitgaand dat hij kiest voor het grote bed in zijn eentje. Nee hoor, hij kiest voor onderin het stapelbed. Tja, dan kies je er zelf voor grote vriend, denk ik bij mezelf als ik in het bovenste bed kruip. Nu eerst de lichamelijke verzorging, rusten, eten en slapen.
Soundtrack in mijn hoofd vandaag: Muse – Time is running out
Dag 4. - 13 juli- Bareges - Bagnieres du Luchon
Papilio,
Route Subercarrere,
31110 Montauban-de-Luchon,
Bagneres-de- Luchon,
Haute-Garonne,
France
http://www.papilio-luchon.com/
Dagverslag
Salut tous en Hollande.
Vandaag weer een lange en warme dag met de nodige avonturen. Meteen uit het ontbijt het tweede stuk van de Tourmalet op. Nog 12km klimmen langs skiliften en koeien. En natuurlijk al verschillende campers. De Tour komt pas op 19 en 20 juli over de berg, maar als je een goed plekje wil moet je er vroeg bij zijn hebben blijkbaar veel mensen gedacht (vooral veel Vlamingen en toch ook al Fransen). Voor zover mogelijk was iedereen redelijk fris boven rond 10u. In de afdaling ging het mis: Bas zijn wiel was het nu echt zat en een derde spaak sprong eruit. Gevolg: een slag in het wiel die zo groot was dat de band tegen het frame aan liep. Heel voorzichtig 3km verder gedaald naar La Mongie waar de jongen van de plaatselijke Intersport (ski- en VTT-verhuur) een lintje verdient. Hij draaide net zolang spaken vaster en losser totdat het wiel in ieder geval weer vrij kon draaien. De achterrem moest wel helemaal open en het leek wel een rit op een hobbelpaard, maar rijden ging. Heel langzaam, met niet meer dan 35km/u, ging het verder omlaag. Het is wel erg eng om kilometers met 7-10% af te dalen met alleen een voorrem en een zwabberend achterwiel, maar het is de rest van de dag goed gegaan.
Na de Tourmalet meteen weer langzaam stijgen naar de Col d'Aspin. We beginnen de vermoeidheid te voelen want de steile laatste 6km gingen al niet zo super meer. Gelukkig konden we in Arreau aan de voet van de afdaling een lekker bordje pasta eten. Daarna op voor het laatste stukje van de dag, de Peyresourde. Bijna 10km klimmen nog. Pas om 17.30u kwam de laatste boven. Alwaar we in ieder geval wel een heerlijk koel blikje cola konden drinken.
Na de laatste, lange afdaling van de dag aangekomen in onze Chambre d'hôtes. Erg mooi voor de rustdag morgen. Tuin met zwembadje, goede kamers en leuke mensen (die heerlijk Frans spreken met een zwaar Engels accent, het lijkt wel "allo allo"). Ook heerlijk in de tuin gegeten aan een tafel met de andere gasten. Echt gezellig.
En wat het tenslotte helemaal super maakt: in het dorp zit een fietsenzaak die wielen in de etalage heeft hangen. Zou het dan toch nog goed komen? Je leest het morgenavond.
PS: Namens alle drie moest ik even vermelden dat we onze meisjes wel beginnen te missen. Nog even en dan zien we jullie weer... fijn!
Verslag Michel
Ik heb heerlijk geslapen. Ondanks het commentaar van gisteren ben ik toch verbaasd dat Theo weer last had van mijn gedraai. Dan wijst Theo op het stapelbed en ik besef dat hij elke beweging bovenin natuurlijk ook onderin gevoeld heeft. Sorry Theo.
Wederom een typisch Frans ontbijtje waarbij we afkijken op de tafel naast ons dat het ontbijtbordje gewoon bij het koffiekopje hoort en het servetje dienst doet als kruimelopvang. Rare jongens die Fransen! Hoewel Bas het hotel vooruit betaald heeft bij het reserveren via internet weet de Griekse mevrouw met al haar charmes overtuigend te brengen dat via de website het standaardtarief gerekend wordt en dat we toch wel begrijpen dat het nu hoogseizoen is en dat dan hogere tarieven gelden. Oftewel, of we nog eens willen bijlappen. Dus zo voelt het om op zijn Grieks genaaid te worden.
Opstappen doen we op de parkeerplaats aan de overkant van het hotel waar het vlak is want opstappen bergop denk ik niet eens aan. Vanaf daar is het natuurlijk gelijk stijgen, zoals beloofd, en het duurt dan ook een tijdje voordat ik in mijn ritme kom. Dit merk ik aan een onrustige ademhaling en het opboeren van het karige ontbijtje. Pas een paar kilometer uit het plaatsje, op een grote parkeerplaats en het begin van de kabelbaan kom ik 'erin'. Hier beginnen ook gelijk de haarspeldbochten waar ik ook nog even kan zwaaien naar Bas aan het begin van de parkeerplaats. Hij rijdt in hetzelfde tempo als ik want elke 2e bocht zie ik hem weer. Na een tijdje klimmen maakt de weg een wijde bocht naar rechts waar een paar campers geparkeerd staan met uitzicht op het dal. Ik passeer een man met een fototoestel voor zijn gezicht en ik grijns in de camera maar krijg een boze blik terug. Hij wilde blijkbaar geen foto van die snelle fietser maken. Naar rechts kijkend begrijp ik het, wat een mooi uitzicht zeg. Hier heb ik ook een aardig zicht op de weg naar boven toe maar einde zie ik nog niet. Het asfalt is in ieder geval de komende kilometers nog mooi strak. Verderop draait de weg weer naar links met een zijweg aan de rechterkant. Als ik daar aan kom rijden komt er net een auto van rechts die voor mij moet stoppen. Heerlijk voelt dat.
Ondertussen begint de tijd te tikken en de vermoeidheid ook en het is echt doorbijten van kilometerpaal tot kilometerpaal. Hopend dat de gemiddelde stijging de komende kilometer mee zal vallen. Recht onder de top wordt de weg een stukje heel steil, op een punt waar Bas later stil lijkt te vallen maar slechts op zijn pedalen gaat staan. Nog 3 bochten, nog 2....stoppen is echt geen optie ook al schreeuwt mijn hele lijf om rust. Nog 1 bocht, en Jezusmina, wat is het hier steil zeg. Aan het einde zie ik een winkel en het lijkt net een worst voor je neus terwijl de echte top verderop ligt. Die les ken ik nog van gisteren. Hoera, het is echt de top. Anderhalf uur met een gemiddelde van 9km/h, ik ben best een beetje trots op mijn prestatie.
Zittend op het randje kan ik mooi de weg overzien inclusief mooi uitzicht over het dal waar we uitkomen. 15 minuten later volgt Bas. Een Nederlands gezin herkent ons aan onze shirts als landgenoten en beginnen vol bewonderin een praatje. Een paar foto's later zien we herkenbaar Theo onder ons rijden en lopen hem alvast tegemoet om hem high fivend te onthalen. Bij het bord nemen zij nog een paar foto's terwijl ik wordt geinterviewd door de Pyrenese VVV over de reden en bijzonderheden van onze rit. Dan moeten we weer opschieten, vandaag nog 2 cols te gaan tenslotte, maar niet voordat we ook de Tourmalet hebben 'afgevinkt'.
Theo schiet als een pijl naar beneden, we kunnen merken dat hij zich helemaal thuisvoelt in de afdaling. Om mijn daalangst te compenseren blijf ik een beetje bij Bas in de buurt. Niet voor niets, pas een paar bochten onderweg hoor ik achter me de ploeing van spaak nummer 3 die de geest geeft. Een luide hartgrondige vloek is hier dan ook op zijn plaats want zijn wiel is nu zo krom dat ie tegen het frame aanloopt. Wij hebben natuurlijk geen van beide een tangetje waarmee we de spaken kunnen aandraaien en terwijl we hopeloos naar het achterwiel staan te kijken stopt er een oud Frans mannetje naast ons. Hoopvol kijken we hem aan want dit Fransmannetje ziet eruit als een fietsenmaker tijdens zijn plezierritje. Rap Frans sprekend en gebarend draait hij aan Bas zijn achterwiel, tegelijkertijd alles een beetje bevoelend. Op een gegeven moment wijst hij naar zijn eigen achterwiel, brabbelt nog iets over zijn beste vriend David, zwaait en gaat er vandoor. Omdat ik de beste man echt niet kon volgen vraag ik Bas of hij ook nog wat nuttigs te melden had. Nee, het kwam erop neer dat Bas moest zorgen voor een kwaliteitswiel van Mavic. Voor de rest geen nuttige informatie over waar we die ene fietsenmaker uit de Pyreneeën dan kunnen vinden. Dan maar verder, er zit niets anders op en met voldoende zwaartekracht blijft het achterwiel nog wel een beetje draaien. Als ik een dorpje zie ga ik vast vooruit om te kijken of er een fietsenmaker is. Die is er niet, wel staan er mountainbikes buiten bij de Intersport. Bas rijdt eerst even langs de VVV voor info en krijgt te horen dat de dichtstbijzijnde fietsenmaker een stukje omrijden is. Gelukkig gaat Bas ook nog even bij de Intersport langs. De verkoper komt naar buiten met een spaaksleutel en begint geestdriftig aan de spaken te sleutelen en het wiel te draaien. Net zolang tot het wiel niet meer dan een klein slagje en hobbel heeft, meer weet hij er niet uit te peuren. De jongen weet ook nog eens te vertellen dat er in Luchon een fietsenmaker zit die Fignon heet. Dat treft, we moeten naar Luchon en Fignon kunnen we ook wel onthouden. Theo had de afdaling al weer achter de kiezen en besloten terug te rijden nadat ik hem had gebeld.
Opgelucht dat Bas weer kan fietsen stappen we weer op en ik besluit Theo snel tegemoet te rijden, er vanuitgaand dat bellen toch geen zin heeft. Bergop neem ik neem ik ook geen telefoon op. Wijs van zijn ervaringen volgt Bas op zijn gemak (!) met alleen een voorrem. De afdaling is echt heel mooi met bochten waar ik zelfs met redelijke snelheid doorheen rijdt. Drie kilometer van onderen kom ik Theo tegen en gezamenlijk dalen we af tot de locatie waar hij al eerder stond te wachten. Hier praten we een beetje bij en met diep respect zien we Bas toch weer sneller dan verwacht aan komen rijden. Moet echt geen pretje zijn geweest met zijn zwabberwiel, hobbel, angst voor de volgende spaak en alleen een voorrem in die toch wel behoorlijk steile afdaling. Aan zijn opluchting te zien, denkt hij hetzelfde.
Volgende stop: col d'Aspin. Deze begint na het volgende dorpje en in de eerste kilometers vraag ik mij af waaraan deze col zijn beroemdheid te danken heeft. Stukken vals plat, een beetje klimmen, zelfs een beetje dalen om daarna weer ietsje steiler te klimmen. Eigenlijk heel lieflijk.....tot 4 km onder de top. Bas stopt hier nog even om zijn flesjes te vullen en ik zwaai nog even achterom naar Theo voordat ik aan de klus begin. Al snel voel ik dat mijn benen en hoofd minder fris zijn dan vanochtend toen we aan de Tourmalet begonnen en na 2,5 kilometer stop ik bij een uitnodigend stukje schaduw waar ik vervolgens uitgejaagd wordt door een stelletje gemene steekvliegen. Terwijl ik deze van me wegjaag komt Bas ook alweer aangereden en ik zie een bepaalde opluchting in zijn ogen als hij mij ziet staan. Samen drinken we nog een slokje en rijden dan samen verder naar de top. Zodra ik de top in het zicht heb krijg ik de kriebels, hoe eerder boven hoe eerder ik kan uitrusten. Wonderwel lukt het me om door te zetten tot de top want halverwege bedacht ik nog dat het slecht voor mijn gemoedsrust zou zijn als ik me zo leegrij dat ik voor de top weer voorbij wordt gereden door Bas. Ergens ben ik toch wel een haantje he.
Eenmaal met zijn tweeën boven komt er een Belg een ontzettend lulverhaal ophangen tegen ons, alsof hij al een jaar de Pyreneeën doorkruist op zoek naar een praatje. Evengoed heeft onze Belg wel een paar mooie wielen volgens Bas. Tja, daar kijkt hij dan weer naar. Terwijl de Belg onze oren van onze kop lult komt Theo ook aanrijden met een grote opgeluchte grijns op zijn gezicht, weer een colletje afgevinkt. Na een paar keer vriendelijk geprobeerd te hebben om de Belg duidelijk te maken dat hij weer verder gaat rijden ontwaakt eindelijk de lompe Hollander in hem en zonder Belgmans nog een blik waardig te gunnen zet hij vastberaden zijn helm op zijn hoofd en gaat ervandoor. Sorry meneer, dan gaan wij er ook achteraan.
In no time hebben we Bas ingehaald waarna Theo als een baksteen verder rijdt, optimaal profiterend van de perfecte wegligging dankzij onze bepakking en de vloeiende bochten. Als een jonge hond duwt hij een auto op. Ik heb nog medelijden met de arme bestuurder, op de redelijk smalle wegen durft hij niet sneller met zijn auto en tegelijkertijd durft hij ook zijn rempedaal niet aan te raken in de angst Theo door zijn achterruit te krijgen. Bij mij is het andersom, ik wordt behoorlijk opgeduwd door een auto die continue op zoek is naar een kans om me te passeren. Toch gaat de afdaling me goed af, ondanks een redelijke wind, pech voor de autobestuurder. Jammer genoeg heb ik geen idee hoe hard ik rij want mijn snelheidsmeter is er weer mee gestopt en al rijdend durf ik er ook niet aan te prutsen.
In Array onderaan de afdaling vinden we een tentje met pasta op de menukaart. Ook deze pasta is weer heerlijk, geserveerd door zo'n fantastisch Frans plattelandsmoeke met een dochter voor wie elke stap er duidelijk 2 teveel zijn. Ook hier staat nog een behoorlijke wind zodat we onze windjasjes weer aantrekken. Het moeke heeft in Bas een oogappeltje gevonden want ze vult zijn flesjes met koud water terwijl Theo en ik gewoon kunnen vullen bij de waterpomp op de hoek. Vandaag nog 1 colletje te gaan, dus we gaan rustig aan richting de Peyresourde. Dat gaat best goed met een weg die slingert tussen de 1- en 3%. Bij de voet stoppen we nog even voor een slokje en elkaar nog even diep in de ogen te kijken voordat we aan de laatste zware 9 kilometer van vandaag beginnen. Na zo'n dag als vandaag zijn ze dan ook echt zwaar en ik schaam me onderhand niet meer om vaker te stoppen. Op 6 km van de top de eerste stop en Bas denkt er hetzelfde over. We besluiten de klim op te delen in delen van 3km. Met een stralend zonnetje op onze bol worden we hier te snel weggejaagd door de steekvliegen, net als bij onze volgende stop op 3km van de top. Ondanks de vermoeidheid werkt een respectvolle duim van een motorrijden als energieboost. Maar toch, als ik op de laatste kilometerpaal afrij neem ik me voor om door te rijden als het gemiddelde percentage lager dan 8% is. Enigszins opgelucht constateer ik dat het 8% is en ik stop. Gespannen wacht ik op Bas, zou hij doorrijden of? Nee, hij stopt ook.
Als ik net ben opgestapt gaat mijn telefoon. Het is Theo, laat ik die maar aannemen want die belt niet zo gauw. Ik ben net te laat met oppakken waarna Bas zijn telefoon overgaat. Theo, hij twijfelt bij een afslag. Logisch, dat had ik daar ook. Pas nadat ik Bas door zag rijden deed ik dat ook weer echt. Verder maar weer, het is tenslotte nog maar een klein stukje naar de top waar we besluiten een colaatje te drinken bij een oud mannetje met crepes. In de tussentijd arriveert Theo ook en nemen we nog maar een colaatje. Opgelucht hoort Theo dat wij jonge gasten ook noodgedwongen stoppen om uit te rusten.
Vol goede moed storten we ons in de lange afdaling naar Luchon met mooie bochten die op volle snelheid genomen kunnen worden. Voor onze chambre d'hote moeten we eerst door Bagneres de Luchon en de rivier over. In het stadje valt Bas bijna van zijn fiets van vreugde bij het zien van een fietsenmaker met allemaal wonderschone wielen in de etalage. Elke dag geopend, dus ook morgen op Quatorze Julliet! De chambre d'hote is daarna zo gevonden en moe maar voldaan schuiven we 's avonds aan aan de lange tafel buiten voor het eten met de andere gasten. Het meisje van de bediening heeft speciaal voor ons echt fietserseten gekookt, heerlijk. De andere gasten zijn razend nieuwsgierig naar onze verhalen en omdat ze vooral heel erg Frans praten en Theo en ik niet praat Bas voor ons drieën. Behoorlijk inspannend, maar na het eten kan hij ook eindelijk ontspannen. Nu eerst onszelf verzorgen en dan lekker slapen.
Morgen rustdag ,dat betekent uitslapen!
Dag 5. - 14 juli - Rustdag Bagnieres de Luchon
RUSTDAG
Dagverslag
RUSTdag. Zo kun je het met recht noemen. Vanochtend lekker uitgeslapen tot 8u. Frans ontbijtje gegeten, dus niet heel veel maar prima voor de tijd tot de lunch. Vervolgens naar het stadje waar er inderdaad eindelijk weer een goed wiel in Bas' fiets werd gezet.
De rest van de dag bestond alleen uit lummelen en de spullen verzorgen. Lekker koffie drinken op het terras met het AD van gisteren. Door het dorp slenteren en in het park hangen waar een Oekraïens koor stond te zingen. Ook hebben we lekker zitten lunchen mét een glaasje wijn en tenslotte de middag in de tuin en het zwembad gehangen.
Natuurlijk hebben we ook nog even de kleren gewassen,de kettingen gesmeerd en de kapotte banden geplakt (hoewel we er daar tot nu toe nog maar 2 van hebben gehad). Maar meer inspanning hebben we vandaag niet geleverd. Morgen hebben we die energie hard nodig voor de langste etappe van de week mét drie cols.
Verslag Michel
Heerlijk uitgeslapen. Tenminste in verhouding tot de afgelopen dagen dan. In ieder geval moet Bas zorgen dat hij vanochtend nog een nieuw achterwiel kan scoren. Op Quatorze Julliet loop je toch het risico dat de fietsenwinkel dicht is, al is het dan vanaf de middag.
Bij het ontbijt blijken we nog niet de eersten te zijn. Het jonge stel dat hier is om te wandelen is al weer bijna klaar met eten. Daarna is de eetkamer voor ons. Het ontbijt is al wel een stuk beter dan de afgelopen dagen, aan de selectie ontbijtgranen kunnen we Engelse roots van de eigenaren en het bedienmeisje afleiden. Ook is er een mooie selectie met potten jam uit de omgeving. Maar het blijft een Frans ontbijtje met een paar stukken stokbrood.
Het lijkt net of we hier in ploegendiensten eten want tegen de tijd dat wij klaar zijn volgt de volgende shift: het gezin. Om hun moesten we gisteravond besmuikt lachen, of eigenlijk vooral om de klucht van vader en zoon. De dochter en zoon werden tijdens het eten continue afgeleid door de kinderen van eigenaren, hun vriendjes. Die waren lekker aan het spelen terwijl zij met die trage volwassenen moesten eten dus daar werden ze regelmatig op gecorrigeerd. Maar het jongetje zat ook nog eens met de beste lange tanden te eten die ik ooit gezien heb. En dan in combinatie met een vader voor wie het niet leeg eten van je bord gewoon geen optie is. In plaats van zijn eten zo snel mogelijk op te eten om er vanaf te zijn zat ie met een gepijnigd gezicht zijn eten over zijn bord te schuiven om vervolgens een vastberaden hand van zijn vader in zijn nek te krijgen als zijn aandacht werd afgeleid. Maar petje af, hij at gewoon zijn bord leeg. Elke gang. Zelfs het bedienmeisje zat in het complot. Gelukkig kreeg hij wel een compliment na het eten. Ik zou al eerder afgehaakt zijn. Afijn, zij komen de eetkamer in en wij gaan zo'n beetje weer terug naar onze kamer om onze kleren eens goed te wassen en uit te hangen. Hierna stapt Bas op zijn fiets naar de fietsenmaker terwijl Theo en ik te voet er achteraan komen.
Onderweg grappen we over Franse fietsenmakers, grote kans dat ie straks tweeduizend euro kan aftellen voor een setje wielen exclusief verwijderbijdrage, maar ja... dan kan ie wel weer fietsen he. Al snel krijgen we een belletje, het is gelukt! Hij heeft op zijn goeiste Frans op de beste mecanicien moeten inlullen maar uiteindelijk heeft ie een enkel wiel tegen een schappelijke prijs kunnen krijgen want eigenlijk verkoopt ie wielen alleen per set. We spreken af te bellen als we in de stad zijn.
Op goed geluk lopen we door het Hillegersberg van Bagneres naar de hoofdstraat en net als we Bas bellen zie ik hem op een terras zitten met een espresso en de krant van gisteren. Wij schuiven aan, pikken een stukje krant en bestellen ook een espresso. En nog een. Bas zijn fiets is om 14:30 klaar dus tijd genoeg om een beetje te lummelen en te eten. Op een gegeven moment zijn we wel weer klaar met de oncomfortabele terrasstoeltjes. We slenteren een beetje in de richting van de badhuizen en kijken een beetje rond. De hele straat is al helemaal versierd voor de Tour echt een mooi gezicht. Van een afstandje is het oude badhuis heel mooi maar van dichtbij herken je de vergane glorie, waarschijnlijk doet het tegenwoordig dienst als sportfondsenbad of iets dergelijks. Niet dat wij er verstand van hebben, maar toch. Ernaast is een hypermodern badhuis neergezet dat er wel pico bello uitziet. Deze staat in een groot park waar we ook een rondje doorheen slenteren.
Voor beide badhuizen is een plein met met een muziekkiosk waar een Oost Europees koor staat te oefenen. Volgens Bas is hier sprake van een typisch geval van zangzigeuners, een nieuw soort. Rijden in een touringcar Europa rond en stoppen overal waar ze een soort van 'officieel' kunnen zingen en geld ophalen. Klinkt logisch. Tegen de tijd dat we door het park hebben gelopen zijn de zigeuners in vol ornaat aangekleed, hiermee gelijk Bas zijn theorie onderuit halend. We blijven even kijken totdat ze beginnen met zingen en ik vind het best mooi, zeker als ze er instrumenten bij gebruiken. Als ik me omdraai blijkt dat Bas 10 meter verder op een bankje zijn krant zit te lezen en Theo nog verder in de schaduw op een bankje zit te slapen. Dat kan hij trouwens ook echt altijd en overal.
Aan het eind van het optreden zoek ik de jongens op. We lopen weer een stuk terug en besluiten een hapje te gaan eten op een terrasje. Het bedienende meisje loopt een beetje moeilijk en we begrijpen direct hoe dat komt als bij de eerste de beste windvlaag haar rok opwaait. Tja. Hierna slenteren we nog wat rond tot het tijd is om de Rooie Stier van Bas op te halen. Ziet er goed uit zo'n Mavic wiel met van die platte spaken. Die ouwe magtie houwe. Terwijl Bas staat af te rekenen staan Theo en ik te kwijlen bij een witte fiets van Massi, precies in Bas zijn maat. Vast van de baas want als we goed kijken zien we een paar slijtageplekjes. Bas kijkt even met ons mee, pinkt een traantje weg van ontroering en rolt dan zijn eigen fiets naar buiten. Deze klinkt nu als een Campagnolo. Nu hadden we gedacht om alvast water in te slaan voor morgenochtend maar op deze feestdag zijn de meeste winkels 's middags dicht, dus ook de supermarkt. Dan maar naar onze chambre d'hote.
Na eerst een beetje relaxen en logboekje bijwerken ga ik mijn fiets maar eens poetsen. Terwijl ik hiermee bezig ben komt er een andere racefietser binnen gewandeld. Ik wist niet dat er nog meer fietsers aanwezig waren. En dat klopt ook want even later begint het iets te mollige bedienmeisje een praatje, gekleed in wielertenue en fietsbril op haar gezicht. Blijkt dat ze een voormalig Engels (jeugd?)wielerkampioene is en na een paar jaar lappenmand weer vol aan de training met als doel een profcontract over 2 jaar. Maar dan ook vol aan de training, net terug van een pittige intervaltraining. Je kunt je maar vergissen, wij dachten gisteren nog.... typisch Engels meisje tijdens summerjob. Nou ja, dat summerjob klopt en blijkt nog behoorlijk pittig, want overdag maar een paar uur rond het middaguur om te trainen. Voor de rest gewoon eten klaarmaken, kamers schoonmaken en zo. Dus zo kwam het dat onze bedden opgemaakt waren. Verder nog even lekker in het zwembad en het zonnetje gelegen.
Dagverslag
RUSTdag. Zo kun je het met recht noemen. Vanochtend lekker uitgeslapen tot 8u. Frans ontbijtje gegeten, dus niet heel veel maar prima voor de tijd tot de lunch. Vervolgens naar het stadje waar er inderdaad eindelijk weer een goed wiel in Bas' fiets werd gezet.
De rest van de dag bestond alleen uit lummelen en de spullen verzorgen. Lekker koffie drinken op het terras met het AD van gisteren. Door het dorp slenteren en in het park hangen waar een Oekraïens koor stond te zingen. Ook hebben we lekker zitten lunchen mét een glaasje wijn en tenslotte de middag in de tuin en het zwembad gehangen.
Natuurlijk hebben we ook nog even de kleren gewassen,de kettingen gesmeerd en de kapotte banden geplakt (hoewel we er daar tot nu toe nog maar 2 van hebben gehad). Maar meer inspanning hebben we vandaag niet geleverd. Morgen hebben we die energie hard nodig voor de langste etappe van de week mét drie cols.
Verslag Michel
Heerlijk uitgeslapen. Tenminste in verhouding tot de afgelopen dagen dan. In ieder geval moet Bas zorgen dat hij vanochtend nog een nieuw achterwiel kan scoren. Op Quatorze Julliet loop je toch het risico dat de fietsenwinkel dicht is, al is het dan vanaf de middag.
Bij het ontbijt blijken we nog niet de eersten te zijn. Het jonge stel dat hier is om te wandelen is al weer bijna klaar met eten. Daarna is de eetkamer voor ons. Het ontbijt is al wel een stuk beter dan de afgelopen dagen, aan de selectie ontbijtgranen kunnen we Engelse roots van de eigenaren en het bedienmeisje afleiden. Ook is er een mooie selectie met potten jam uit de omgeving. Maar het blijft een Frans ontbijtje met een paar stukken stokbrood.
Het lijkt net of we hier in ploegendiensten eten want tegen de tijd dat wij klaar zijn volgt de volgende shift: het gezin. Om hun moesten we gisteravond besmuikt lachen, of eigenlijk vooral om de klucht van vader en zoon. De dochter en zoon werden tijdens het eten continue afgeleid door de kinderen van eigenaren, hun vriendjes. Die waren lekker aan het spelen terwijl zij met die trage volwassenen moesten eten dus daar werden ze regelmatig op gecorrigeerd. Maar het jongetje zat ook nog eens met de beste lange tanden te eten die ik ooit gezien heb. En dan in combinatie met een vader voor wie het niet leeg eten van je bord gewoon geen optie is. In plaats van zijn eten zo snel mogelijk op te eten om er vanaf te zijn zat ie met een gepijnigd gezicht zijn eten over zijn bord te schuiven om vervolgens een vastberaden hand van zijn vader in zijn nek te krijgen als zijn aandacht werd afgeleid. Maar petje af, hij at gewoon zijn bord leeg. Elke gang. Zelfs het bedienmeisje zat in het complot. Gelukkig kreeg hij wel een compliment na het eten. Ik zou al eerder afgehaakt zijn. Afijn, zij komen de eetkamer in en wij gaan zo'n beetje weer terug naar onze kamer om onze kleren eens goed te wassen en uit te hangen. Hierna stapt Bas op zijn fiets naar de fietsenmaker terwijl Theo en ik te voet er achteraan komen.
Onderweg grappen we over Franse fietsenmakers, grote kans dat ie straks tweeduizend euro kan aftellen voor een setje wielen exclusief verwijderbijdrage, maar ja... dan kan ie wel weer fietsen he. Al snel krijgen we een belletje, het is gelukt! Hij heeft op zijn goeiste Frans op de beste mecanicien moeten inlullen maar uiteindelijk heeft ie een enkel wiel tegen een schappelijke prijs kunnen krijgen want eigenlijk verkoopt ie wielen alleen per set. We spreken af te bellen als we in de stad zijn.
Op goed geluk lopen we door het Hillegersberg van Bagneres naar de hoofdstraat en net als we Bas bellen zie ik hem op een terras zitten met een espresso en de krant van gisteren. Wij schuiven aan, pikken een stukje krant en bestellen ook een espresso. En nog een. Bas zijn fiets is om 14:30 klaar dus tijd genoeg om een beetje te lummelen en te eten. Op een gegeven moment zijn we wel weer klaar met de oncomfortabele terrasstoeltjes. We slenteren een beetje in de richting van de badhuizen en kijken een beetje rond. De hele straat is al helemaal versierd voor de Tour echt een mooi gezicht. Van een afstandje is het oude badhuis heel mooi maar van dichtbij herken je de vergane glorie, waarschijnlijk doet het tegenwoordig dienst als sportfondsenbad of iets dergelijks. Niet dat wij er verstand van hebben, maar toch. Ernaast is een hypermodern badhuis neergezet dat er wel pico bello uitziet. Deze staat in een groot park waar we ook een rondje doorheen slenteren.
Voor beide badhuizen is een plein met met een muziekkiosk waar een Oost Europees koor staat te oefenen. Volgens Bas is hier sprake van een typisch geval van zangzigeuners, een nieuw soort. Rijden in een touringcar Europa rond en stoppen overal waar ze een soort van 'officieel' kunnen zingen en geld ophalen. Klinkt logisch. Tegen de tijd dat we door het park hebben gelopen zijn de zigeuners in vol ornaat aangekleed, hiermee gelijk Bas zijn theorie onderuit halend. We blijven even kijken totdat ze beginnen met zingen en ik vind het best mooi, zeker als ze er instrumenten bij gebruiken. Als ik me omdraai blijkt dat Bas 10 meter verder op een bankje zijn krant zit te lezen en Theo nog verder in de schaduw op een bankje zit te slapen. Dat kan hij trouwens ook echt altijd en overal.
Aan het eind van het optreden zoek ik de jongens op. We lopen weer een stuk terug en besluiten een hapje te gaan eten op een terrasje. Het bedienende meisje loopt een beetje moeilijk en we begrijpen direct hoe dat komt als bij de eerste de beste windvlaag haar rok opwaait. Tja. Hierna slenteren we nog wat rond tot het tijd is om de Rooie Stier van Bas op te halen. Ziet er goed uit zo'n Mavic wiel met van die platte spaken. Die ouwe magtie houwe. Terwijl Bas staat af te rekenen staan Theo en ik te kwijlen bij een witte fiets van Massi, precies in Bas zijn maat. Vast van de baas want als we goed kijken zien we een paar slijtageplekjes. Bas kijkt even met ons mee, pinkt een traantje weg van ontroering en rolt dan zijn eigen fiets naar buiten. Deze klinkt nu als een Campagnolo. Nu hadden we gedacht om alvast water in te slaan voor morgenochtend maar op deze feestdag zijn de meeste winkels 's middags dicht, dus ook de supermarkt. Dan maar naar onze chambre d'hote.
Na eerst een beetje relaxen en logboekje bijwerken ga ik mijn fiets maar eens poetsen. Terwijl ik hiermee bezig ben komt er een andere racefietser binnen gewandeld. Ik wist niet dat er nog meer fietsers aanwezig waren. En dat klopt ook want even later begint het iets te mollige bedienmeisje een praatje, gekleed in wielertenue en fietsbril op haar gezicht. Blijkt dat ze een voormalig Engels (jeugd?)wielerkampioene is en na een paar jaar lappenmand weer vol aan de training met als doel een profcontract over 2 jaar. Maar dan ook vol aan de training, net terug van een pittige intervaltraining. Je kunt je maar vergissen, wij dachten gisteren nog.... typisch Engels meisje tijdens summerjob. Nou ja, dat summerjob klopt en blijkt nog behoorlijk pittig, want overdag maar een paar uur rond het middaguur om te trainen. Voor de rest gewoon eten klaarmaken, kamers schoonmaken en zo. Dus zo kwam het dat onze bedden opgemaakt waren. Verder nog even lekker in het zwembad en het zonnetje gelegen.
Dag 6. - 15 juli - Bagnieres du Luchon - Aulus les Bains
Vol aan de bak na de rustdag!!
Hostellerie de la Terrasse
Jeanfrancois.maurette@wanadoo.fr
Aulus Les Bians ,09140
Tel:+33561960098
http://www.ariege.com/hostellerie-de-la-terrasse/
Dagverslag
135km... Het meisje van ons verblijf in Luchon, Gretza (?), zei het nog zo: oh 4 uurtjes en dan is het wel gedaan. Nou niks was minder waar. Dat is vast het verschil dat zij wel voor een profcontract wil gaan en wij met veel te weinig training in de benen een beetje de fietstoeristen proberen te spelen. Alles bij elkaar waren we vandaag net geen 13 uur op weg.
Naast 135 kilometers zaten er ook nog eens 4 cols (meer dan 3000 hoogtemeters) in de route van vandaag. De eerste col, de Portillon ging erg goed. Het was alleen koud (15 graden op de top) en jammer dat Theo zijn band er 500m voor de top afliep. Vanuit de top doken we Spanje in. Voorzichtig afdalen, want de weg was nog nat en er zaten olievlekken op.
Vervolgens terug in Frankrijk namen we de Col de Menté. Een lange en steile col: 10km tegen 9% gemiddeld. Toch liep dit bergje eigenlijk wel goed. Hij was erg gelijkmatig, waardoor je goed in je ritme kon komen.
De derde van de dag was de Portet d'Aspet. Niet meer dan 4,5km lang maar wel bijna 10% gemiddeld, met uitschieters naar 16%. Een halve kilometer na de start het monument voor Fabio Casartelli: erg indrukwekkend. Vorige week zagen we de beelden nog op TV. Dus ondanks de steile klim toch even stoppen.
Hierna was voor ons allemaal het nekkie er wel een beetje af. Iedereen begon te klagen over pijntjes die steeds erger werden: pijn im de rug, pijn aan de billen, pijn in de knieën, pijn aan de polsen en ga zo maar door. Tot overmaat van ramp konden we nergens wat fatsoenlijks te eten vinden. Pas 2km op de laatste berg, de Col de la Core, konden we iets eten. Maar een bord kaas met brood is geen lekkere bodem om te klimmen. Boven op de 14km lange klim zei Theo dan ook " zet vanavond maar op de site dat ik helemaal verrot was". Nou, hij was niet de enige! De laatste kilometers naar Aulus waren afzien en doorbijten. Het biertje na aankomst was in ieder geval heerlijk. Morgen op naar Ax-les-Thermes. Hopen dat we genoeg hersteld zijn.
Voor nu welterusten!
Verslag Michel
Vandaag weer vroeg opstaan, tenminste zo vroeg als het ontbijt klaar kan staan dan want we moeten vandaag goed eten om de dag door te komen. Alledrie voelen we toch wel een soort spanning, vandaag krijgen we de langste rit voor de kiezen. Tijdens het uitwerken van de tocht is er iets mis gegaan tussen dag 4 en dag 6. Het was de bedoeling om geen ritten boven de 100 km te hoeven doen en toch hikken we vandaag op tegen 130 fijne kilometertjes.
Voordeel van vroeg in de morgen vertrekken is dat het nog lekker koel is. In tegenstelling tot gisteren kunnen we vandaag de omringende bergtoppen niet zien, maar dat zegt niet zoveel. Dat kan zomaar opentrekken. Met een jaloerse blik worden we uitgezwaaid door het bedienmeisje, ze mocht willen dat ze 's ochtends kon trainen terwijl het koel is. Eerst de col de Portillon richting Spaanse grens, vanaf de chambre linksaf en alsmaar rechtdoor. Een van de gasten was gisteren verdwaald na het wandelen hier. Omdat wij gewoon op de weg blijven gaat dat ons niet overkomen.
Eenmaal begonnen aan de klim kan ik goed merken dat ik ben uitgerust. Het doet allemaal net wat minder pijn. De temperatuur helpt ook goed. De beklimming bestaat uit mooie bochten in een continue groene omgeving en qua stijging is het ook goed te doen. In sommige bochten kunnen Bas en ik nog even naar elkaar zwaaien. Eigenlijk is het gewoon een hele mooie klim. Het zou alleen iets mooier weer mogen zijn want de zon breekt niet door waardoor de weg ook nat blijft. Als ik boven aankom staat er al eenzame fietser met een mountainbike. Geen idee wat hoe lang hij daar al staat, maar het lijkt of hij een beetje staat te lummelen in de miezerregen. Ik stap af en zet mijn fiets tegen een grote paal midden op het wegdek. Waarschijnlijk een soort van douane ding want het staat het precies op de grens met Spanje.
Ik heb geen zin in een natte en koude kont dus ergens zitten is geen optie, dan maar staan. Om de tijd te doden bestudeer ik het grote informatiebord met fietsroutes in de omgeving. Helaas is mijn Spaans nog slechter dan mijn Frans en ik begrijp hier dan ook niet heel veel van. Bas daarentegen heeft het in no time door en hij is gelukkig redelijk snel boven en legt het uit. Het achterwiel van Theo had nog een aardige verrassing voor hem, halverwege was zijn achterband van zijn wiel afgelopen waardoor hij deze weer terug moest leggen. Heel vreemd.
Voorzichtig dalen we Spanje in, niet alleen is de weg nat maar we zien ook veel olievlekken. Dat het behoorlijk koud is in de afdaling helpt ook niet. Daarna snijden we stukje Spanje af in een behoorlijk tempo op een licht dalende weg.
Op weg naar de col de Mente begint het besef door te dringen dat we deze niet halverwege aanvallen maar toch echt onderin, zoveel dalen we onderweg. Als we door het laatste dorpje rijden weten we het bijna zeker, dit wordt er weer zo een. Het informatiebord onderaan laat niets aan de verbeelding over, dit wordt gewoon 10 kilometer klimmen tegen gemiddeld 9%. Hoewel de lucht nog steeds niet is opengetrokken trekken mijn zweetklieren zich hier niets van aan. Gestaag doorklimmend krijg ik het warm genoeg. Ik begin hier ook de vruchten te plukken van de cursus kaartlezen die ik afgelopen dagen van Bas heb gehad (bedankt Bas). Tijdens het afzien heb ik heel vaak het idee te weten waar ik zit wat helpt op mijn klim in te delen. Ik heb me voorgenomen om voor de serie s-bochten een rustpauze in te lassen want daar zal het wel zwaar worden. Maar ja, dan moet er natuurlijk niet iemand voor me gaan fietsen. Ik zie hem in de verte de weg oprijden en het haantje in mij heeft al snel de afweging gemaakt dat ik eerst wil testen of ik deze fietser kan 'hebben'. Het voordeel van een doel in zicht te hebben is dat de klim gelijk een stuk draaglijker wordt en al snel begrijp ik dat ik naar de fietser toe rij. Eenmaal dichterbij taxeer ik de fietser als iemand die mij niet meer mag inhalen. Ondertussen rijden we al in de kurkentrekker van s-bochten en kom ik in een flow die ik nog niet eerder gehad heb. Ik kan zelfs versnellen. Na een bocht kijk ik nog een keer om en zie dat de eenzame fietser alweer door de volgende fietser wordt ingehaald en deze lijkt een behoorlijk tempo te rijden. Nu voel ik helemaal de druk. Zo dichtbij de top wil ik niet meer ingehaald worden of ik moet me zo compleet leegrijden dat ik niet meer kan. Als ik in de laatste kilometer zit weet ik dat het gaat lukken en met een trots gevoel zet ik mijn fiets aan de kant en wissel een blik van verstandhouding met mijn achtervolger als hij bovenkomt. Ja jongen, dat zie je goed, dat zijn fietstassen. Hierboven is het aardig druk, er staan een paar chalets en aan de overkant lijkt het of een schoolklas op werkweek is. Het is hier ook een beetje koud, dus ik trek eerst mijn windjasje aan voordat ik aan een heerlijke energiereep begin. Met een tevreden gezicht komt Bas ook aanrijden. Met een steady stijgingspercentage was deze klim een kolfje naar zijn kuiten.
Samen wachten we op Theo terwijl ik een beetje zit te snoeven over de twee fietsers die ik achter me heb gehouden. Zodra hij bovenkomt zien we aan zijn gezicht dat Theo het zwaar heeft gehad. Hij wil er dan ook niet te lang bij stil blijven staan en is al weer vertrokken voordat we op kunnen stappen voor wederom een koude afdaling. Col nummer 3 volgt al snel en Theo en Bas vertellen er al vol respect over, de Portet d'Aspet. Pas geleden zijn op tv nog beelden vertoond van de afdaling waarin Casartelli is verongelukt en dat heeft een diepe indruk op ze gemaakt.
We spreken af even te wachten bij het monument voor Casartelli voordat we onderaan opstappen maar al na een paar meter draai ik om om terug te rijden. Mijn ketting zat nog op het buitenblad en bergop lukt het niet om terug te schakelen. Dan begrijp ik ook dat Bas niet stond te treuzelen maar ons vertrek stond te filmen. Sorry Bas, nou sta ik er vloekend op. Doe ik normaal nooit. Eenmaal in de juiste versnelling begin ik weer aan de klim. Een pittige. Vlak voor het monument haal ik Theo bij en we stappen af. Ik krijg Theo zijn fototoestel en leg hem op de gevoelige plaat bij het monument en hou deze vandaag verder bij me, met de belofte om Bas rijdend op de foto te zetten. Bas laat nog even op zich wachten, maar dat blijkt logisch omdat hij eerst nog even gestopt is bij de plaquette op de plaats van de val. Tegen de tijd dat hij aan komt rijden is Theo al weer onderweg. Het is hier aardig steil en het valt dan ook niet mee om op te stappen. Hoewel niet zo lang is de klim wel behoorlijk steil. Gemiddeld 10% met uitschieters naar 16%, maar dat hoor ik later pas. Aan de pijn in mijn benen in combinatie met bijna stilstaan had ik al wel begrepen dat het steil was, maar niet zo steil. Om de een of andere reden kom ik hier niet lekker in mijn ritme en ben dan ook heel blij als ik het bordje zie dat me verteld dat ik boven ben. Daar vind ik een mooi plekje in de zachte berm terwijl het zonnetje ook weer een beetje doorbreekt. Enigszins verrast zie ik Bas redelijk fris bovenkomen en hetzelfde geldt even later ook voor Theo. Zij vonden het wel een lekkere klim. Het valt Bas op dat de omgeving als enigszins mediterraan begint te worden, oftewel we rijden ook merkbaar naar het eindpunt toe.
We besluiten een pastatentje op te zoeken voordat we aan de laatste klim van de dag beginnen. Maar goed, net zoals dat we het mediterraanse in de natuur merken geldt dat ook voor de dorpjes en de voorzieningen. Schraalheid overheerst. In het eerste plaatsje van formaat serveert de enige eettent alleen nog maar brood. We besluiten verder te rijden, want brood kunnen we vast overal wel vinden. We hebben niet eens het idee dat we een gok nemen. En dat nemen wel blijkt als we het bord van de Col de la Core voorbijrijden het volgende dorp in. Hier is echt helemaal niets. Terugrijden dan maar? Gelukkig herinnert Theo zich dat hij onder het informatiebord een aankondiging van een restaurant heeft gezien. Volgens deze aankondiging zit het restaurant na 2 km. klimmen. Ditmaal zijn we ons wel bewust van de gok, maar goed, terugkeren is dalen dus dat is verantwoord. Na 2 Franse kilometers zit inderdaad een restaurantje en deze is nog open ook. Kom maar op met die pasta denken we als we gaan zitten. Maar nee, na 14:00 serveert de mevrouw alleen nog maar een paar stukjes stokbrood met kaas uit de omgeving. Teleurgesteld bestellen we dat terwijl bij Theo al het bloed uit zijn gezicht lijkt weg te trekken. We moeten nog een pittig stuk, helemaal op een stukje stokbrood met kaas in plaats van een fatsoenlijke maaltijd. Ook lichamelijk hebben we zo alledrie wel onze pijntjes. Uiteindelijk blijkt de portie wel wat groter dan ik vermoedde en de kaas blijkt heerlijk, voor mij voldoende. Theo en Bas lijken de kaas wat minder te verteren. De mevrouw vult ook onze flesjes met koel bergwater uit de tap en dan kunnen we weer. Hier is de lucht wel weer opengetrokken en met een ongenadige zon vallen we de klim aan, hoewel hier ook sprake is van berusting. De klim blijkt behoorlijk afwisselend van uitzicht en bochtenwerk en stijgingspercentages. Als ik hier niet al zo moe was zou ik hier veel meer van kunnen genieten. Op een gegeven moment voert de weg langs een stuk dat net gemaaid is waardoor alle geuren vrij zijn gekomen. Ik mag dan moe zijn en minder oog voor de omgeving hebben, mijn neus geniet. Op een gegeven moment volgt de weg een soort holle bocht met een dusdanig mooi uitzicht op het dal waar we uit zijn gekomen waar ik niet omheen kan. Als ik hierna met de weg mee omhoog draai kan ik net Bas dat stuk op zien rijden. De top blijkt boven dat mooie stuk te liggen en zodra ik mijn fiets bij het bord heb geparkeerd loop ik dan ook zo snel mogelijk terug naar het uitzichtpunt. Hier kan precies volgen waar Bas rijdt en later schuift hij aan zodat we samen Theo naar boven kunnen komen.
Respect voor Theo als hij doorrijdt waar wij verwachten dat hij zal afstappen voor een rustmoment. Eenmaal boven gooit hij eruit dat ie helemaal verrot is en 'zet dat maar gewoon op de site'. Bovenop zijn we ook door de 100km gegaan zien we voordat we de afdaling inzetten. Deze is een leuk maar ook een beetje hobbelig en ik ben dan ook blij als we onderaan zijn. Hoewel ik daar snel op terug kom als we nog een kilometer of 15 rechtuit moeten fietsen, met een beetje laf stijgen en dalen. De grote vraag is wie de meeste zadelpijn voelt. We hebben ook ieder onze eigen pijntjes. De mijne is een spiertje in mijn linkerschouder die de hele week al pijn doet. Een rare ontdekking als ik besef dat ie weliswaar pijn doet maar dat ik er ook aan kan wennen. Tijdens de voorlaatste kilometers dwalen mijn gedachten af, of is het hallucineren(?), mezelf verwonderend over het feit dat allebei mijn opa's altijd in pak met stropdas gekleed gingen. Heel vreemd om daar op dat moment aan te denken. De laatste kilometers ben ik zo ontzettend zat, ik voel alleen nog maar pijn in mijn kont en schouder. Na elke bocht volgt de teleurstelling dat we er nog niet zijn. Maar dan eindelijk, eindelijk rijden we Aulus in en is het hotel ook zo gevonden. Eerst een biertje en klinken op de aankomst. Het mannetje van het hotel blijkt een druk baasje die bang is voor zijn reputatie onder zijn normale gasten want hij blijft maar vertellen dat hij straks onze fietsen binnen zal zetten. Ook vertelt hij overtuigend dat wij vast in de stad willen eten, maar zijn blik verteld dat hij bang is dat wij ongedoucht op zijn antieke vervallen meubilair gaan zitten tussen zijn even antieke clientèle. Geen zorgen maat, wij vinden wel een tent waar we kunnen eten.
Vandaag ook een heerlijke soundtrack tussen mijn oren gehad:
Jimi Hendrix – All along the watchtower
Muse – Plug in baby
Roxette – Joyride
The Zutons – Harder and harder
Hostellerie de la Terrasse
Jeanfrancois.maurette@wanadoo.fr
Aulus Les Bians ,09140
Tel:+33561960098
http://www.ariege.com/hostellerie-de-la-terrasse/
Dagverslag
135km... Het meisje van ons verblijf in Luchon, Gretza (?), zei het nog zo: oh 4 uurtjes en dan is het wel gedaan. Nou niks was minder waar. Dat is vast het verschil dat zij wel voor een profcontract wil gaan en wij met veel te weinig training in de benen een beetje de fietstoeristen proberen te spelen. Alles bij elkaar waren we vandaag net geen 13 uur op weg.
Naast 135 kilometers zaten er ook nog eens 4 cols (meer dan 3000 hoogtemeters) in de route van vandaag. De eerste col, de Portillon ging erg goed. Het was alleen koud (15 graden op de top) en jammer dat Theo zijn band er 500m voor de top afliep. Vanuit de top doken we Spanje in. Voorzichtig afdalen, want de weg was nog nat en er zaten olievlekken op.
Vervolgens terug in Frankrijk namen we de Col de Menté. Een lange en steile col: 10km tegen 9% gemiddeld. Toch liep dit bergje eigenlijk wel goed. Hij was erg gelijkmatig, waardoor je goed in je ritme kon komen.
De derde van de dag was de Portet d'Aspet. Niet meer dan 4,5km lang maar wel bijna 10% gemiddeld, met uitschieters naar 16%. Een halve kilometer na de start het monument voor Fabio Casartelli: erg indrukwekkend. Vorige week zagen we de beelden nog op TV. Dus ondanks de steile klim toch even stoppen.
Hierna was voor ons allemaal het nekkie er wel een beetje af. Iedereen begon te klagen over pijntjes die steeds erger werden: pijn im de rug, pijn aan de billen, pijn in de knieën, pijn aan de polsen en ga zo maar door. Tot overmaat van ramp konden we nergens wat fatsoenlijks te eten vinden. Pas 2km op de laatste berg, de Col de la Core, konden we iets eten. Maar een bord kaas met brood is geen lekkere bodem om te klimmen. Boven op de 14km lange klim zei Theo dan ook " zet vanavond maar op de site dat ik helemaal verrot was". Nou, hij was niet de enige! De laatste kilometers naar Aulus waren afzien en doorbijten. Het biertje na aankomst was in ieder geval heerlijk. Morgen op naar Ax-les-Thermes. Hopen dat we genoeg hersteld zijn.
Voor nu welterusten!
Verslag Michel
Vandaag weer vroeg opstaan, tenminste zo vroeg als het ontbijt klaar kan staan dan want we moeten vandaag goed eten om de dag door te komen. Alledrie voelen we toch wel een soort spanning, vandaag krijgen we de langste rit voor de kiezen. Tijdens het uitwerken van de tocht is er iets mis gegaan tussen dag 4 en dag 6. Het was de bedoeling om geen ritten boven de 100 km te hoeven doen en toch hikken we vandaag op tegen 130 fijne kilometertjes.
Voordeel van vroeg in de morgen vertrekken is dat het nog lekker koel is. In tegenstelling tot gisteren kunnen we vandaag de omringende bergtoppen niet zien, maar dat zegt niet zoveel. Dat kan zomaar opentrekken. Met een jaloerse blik worden we uitgezwaaid door het bedienmeisje, ze mocht willen dat ze 's ochtends kon trainen terwijl het koel is. Eerst de col de Portillon richting Spaanse grens, vanaf de chambre linksaf en alsmaar rechtdoor. Een van de gasten was gisteren verdwaald na het wandelen hier. Omdat wij gewoon op de weg blijven gaat dat ons niet overkomen.
Eenmaal begonnen aan de klim kan ik goed merken dat ik ben uitgerust. Het doet allemaal net wat minder pijn. De temperatuur helpt ook goed. De beklimming bestaat uit mooie bochten in een continue groene omgeving en qua stijging is het ook goed te doen. In sommige bochten kunnen Bas en ik nog even naar elkaar zwaaien. Eigenlijk is het gewoon een hele mooie klim. Het zou alleen iets mooier weer mogen zijn want de zon breekt niet door waardoor de weg ook nat blijft. Als ik boven aankom staat er al eenzame fietser met een mountainbike. Geen idee wat hoe lang hij daar al staat, maar het lijkt of hij een beetje staat te lummelen in de miezerregen. Ik stap af en zet mijn fiets tegen een grote paal midden op het wegdek. Waarschijnlijk een soort van douane ding want het staat het precies op de grens met Spanje.
Ik heb geen zin in een natte en koude kont dus ergens zitten is geen optie, dan maar staan. Om de tijd te doden bestudeer ik het grote informatiebord met fietsroutes in de omgeving. Helaas is mijn Spaans nog slechter dan mijn Frans en ik begrijp hier dan ook niet heel veel van. Bas daarentegen heeft het in no time door en hij is gelukkig redelijk snel boven en legt het uit. Het achterwiel van Theo had nog een aardige verrassing voor hem, halverwege was zijn achterband van zijn wiel afgelopen waardoor hij deze weer terug moest leggen. Heel vreemd.
Voorzichtig dalen we Spanje in, niet alleen is de weg nat maar we zien ook veel olievlekken. Dat het behoorlijk koud is in de afdaling helpt ook niet. Daarna snijden we stukje Spanje af in een behoorlijk tempo op een licht dalende weg.
Op weg naar de col de Mente begint het besef door te dringen dat we deze niet halverwege aanvallen maar toch echt onderin, zoveel dalen we onderweg. Als we door het laatste dorpje rijden weten we het bijna zeker, dit wordt er weer zo een. Het informatiebord onderaan laat niets aan de verbeelding over, dit wordt gewoon 10 kilometer klimmen tegen gemiddeld 9%. Hoewel de lucht nog steeds niet is opengetrokken trekken mijn zweetklieren zich hier niets van aan. Gestaag doorklimmend krijg ik het warm genoeg. Ik begin hier ook de vruchten te plukken van de cursus kaartlezen die ik afgelopen dagen van Bas heb gehad (bedankt Bas). Tijdens het afzien heb ik heel vaak het idee te weten waar ik zit wat helpt op mijn klim in te delen. Ik heb me voorgenomen om voor de serie s-bochten een rustpauze in te lassen want daar zal het wel zwaar worden. Maar ja, dan moet er natuurlijk niet iemand voor me gaan fietsen. Ik zie hem in de verte de weg oprijden en het haantje in mij heeft al snel de afweging gemaakt dat ik eerst wil testen of ik deze fietser kan 'hebben'. Het voordeel van een doel in zicht te hebben is dat de klim gelijk een stuk draaglijker wordt en al snel begrijp ik dat ik naar de fietser toe rij. Eenmaal dichterbij taxeer ik de fietser als iemand die mij niet meer mag inhalen. Ondertussen rijden we al in de kurkentrekker van s-bochten en kom ik in een flow die ik nog niet eerder gehad heb. Ik kan zelfs versnellen. Na een bocht kijk ik nog een keer om en zie dat de eenzame fietser alweer door de volgende fietser wordt ingehaald en deze lijkt een behoorlijk tempo te rijden. Nu voel ik helemaal de druk. Zo dichtbij de top wil ik niet meer ingehaald worden of ik moet me zo compleet leegrijden dat ik niet meer kan. Als ik in de laatste kilometer zit weet ik dat het gaat lukken en met een trots gevoel zet ik mijn fiets aan de kant en wissel een blik van verstandhouding met mijn achtervolger als hij bovenkomt. Ja jongen, dat zie je goed, dat zijn fietstassen. Hierboven is het aardig druk, er staan een paar chalets en aan de overkant lijkt het of een schoolklas op werkweek is. Het is hier ook een beetje koud, dus ik trek eerst mijn windjasje aan voordat ik aan een heerlijke energiereep begin. Met een tevreden gezicht komt Bas ook aanrijden. Met een steady stijgingspercentage was deze klim een kolfje naar zijn kuiten.
Samen wachten we op Theo terwijl ik een beetje zit te snoeven over de twee fietsers die ik achter me heb gehouden. Zodra hij bovenkomt zien we aan zijn gezicht dat Theo het zwaar heeft gehad. Hij wil er dan ook niet te lang bij stil blijven staan en is al weer vertrokken voordat we op kunnen stappen voor wederom een koude afdaling. Col nummer 3 volgt al snel en Theo en Bas vertellen er al vol respect over, de Portet d'Aspet. Pas geleden zijn op tv nog beelden vertoond van de afdaling waarin Casartelli is verongelukt en dat heeft een diepe indruk op ze gemaakt.
We spreken af even te wachten bij het monument voor Casartelli voordat we onderaan opstappen maar al na een paar meter draai ik om om terug te rijden. Mijn ketting zat nog op het buitenblad en bergop lukt het niet om terug te schakelen. Dan begrijp ik ook dat Bas niet stond te treuzelen maar ons vertrek stond te filmen. Sorry Bas, nou sta ik er vloekend op. Doe ik normaal nooit. Eenmaal in de juiste versnelling begin ik weer aan de klim. Een pittige. Vlak voor het monument haal ik Theo bij en we stappen af. Ik krijg Theo zijn fototoestel en leg hem op de gevoelige plaat bij het monument en hou deze vandaag verder bij me, met de belofte om Bas rijdend op de foto te zetten. Bas laat nog even op zich wachten, maar dat blijkt logisch omdat hij eerst nog even gestopt is bij de plaquette op de plaats van de val. Tegen de tijd dat hij aan komt rijden is Theo al weer onderweg. Het is hier aardig steil en het valt dan ook niet mee om op te stappen. Hoewel niet zo lang is de klim wel behoorlijk steil. Gemiddeld 10% met uitschieters naar 16%, maar dat hoor ik later pas. Aan de pijn in mijn benen in combinatie met bijna stilstaan had ik al wel begrepen dat het steil was, maar niet zo steil. Om de een of andere reden kom ik hier niet lekker in mijn ritme en ben dan ook heel blij als ik het bordje zie dat me verteld dat ik boven ben. Daar vind ik een mooi plekje in de zachte berm terwijl het zonnetje ook weer een beetje doorbreekt. Enigszins verrast zie ik Bas redelijk fris bovenkomen en hetzelfde geldt even later ook voor Theo. Zij vonden het wel een lekkere klim. Het valt Bas op dat de omgeving als enigszins mediterraan begint te worden, oftewel we rijden ook merkbaar naar het eindpunt toe.
We besluiten een pastatentje op te zoeken voordat we aan de laatste klim van de dag beginnen. Maar goed, net zoals dat we het mediterraanse in de natuur merken geldt dat ook voor de dorpjes en de voorzieningen. Schraalheid overheerst. In het eerste plaatsje van formaat serveert de enige eettent alleen nog maar brood. We besluiten verder te rijden, want brood kunnen we vast overal wel vinden. We hebben niet eens het idee dat we een gok nemen. En dat nemen wel blijkt als we het bord van de Col de la Core voorbijrijden het volgende dorp in. Hier is echt helemaal niets. Terugrijden dan maar? Gelukkig herinnert Theo zich dat hij onder het informatiebord een aankondiging van een restaurant heeft gezien. Volgens deze aankondiging zit het restaurant na 2 km. klimmen. Ditmaal zijn we ons wel bewust van de gok, maar goed, terugkeren is dalen dus dat is verantwoord. Na 2 Franse kilometers zit inderdaad een restaurantje en deze is nog open ook. Kom maar op met die pasta denken we als we gaan zitten. Maar nee, na 14:00 serveert de mevrouw alleen nog maar een paar stukjes stokbrood met kaas uit de omgeving. Teleurgesteld bestellen we dat terwijl bij Theo al het bloed uit zijn gezicht lijkt weg te trekken. We moeten nog een pittig stuk, helemaal op een stukje stokbrood met kaas in plaats van een fatsoenlijke maaltijd. Ook lichamelijk hebben we zo alledrie wel onze pijntjes. Uiteindelijk blijkt de portie wel wat groter dan ik vermoedde en de kaas blijkt heerlijk, voor mij voldoende. Theo en Bas lijken de kaas wat minder te verteren. De mevrouw vult ook onze flesjes met koel bergwater uit de tap en dan kunnen we weer. Hier is de lucht wel weer opengetrokken en met een ongenadige zon vallen we de klim aan, hoewel hier ook sprake is van berusting. De klim blijkt behoorlijk afwisselend van uitzicht en bochtenwerk en stijgingspercentages. Als ik hier niet al zo moe was zou ik hier veel meer van kunnen genieten. Op een gegeven moment voert de weg langs een stuk dat net gemaaid is waardoor alle geuren vrij zijn gekomen. Ik mag dan moe zijn en minder oog voor de omgeving hebben, mijn neus geniet. Op een gegeven moment volgt de weg een soort holle bocht met een dusdanig mooi uitzicht op het dal waar we uit zijn gekomen waar ik niet omheen kan. Als ik hierna met de weg mee omhoog draai kan ik net Bas dat stuk op zien rijden. De top blijkt boven dat mooie stuk te liggen en zodra ik mijn fiets bij het bord heb geparkeerd loop ik dan ook zo snel mogelijk terug naar het uitzichtpunt. Hier kan precies volgen waar Bas rijdt en later schuift hij aan zodat we samen Theo naar boven kunnen komen.
Respect voor Theo als hij doorrijdt waar wij verwachten dat hij zal afstappen voor een rustmoment. Eenmaal boven gooit hij eruit dat ie helemaal verrot is en 'zet dat maar gewoon op de site'. Bovenop zijn we ook door de 100km gegaan zien we voordat we de afdaling inzetten. Deze is een leuk maar ook een beetje hobbelig en ik ben dan ook blij als we onderaan zijn. Hoewel ik daar snel op terug kom als we nog een kilometer of 15 rechtuit moeten fietsen, met een beetje laf stijgen en dalen. De grote vraag is wie de meeste zadelpijn voelt. We hebben ook ieder onze eigen pijntjes. De mijne is een spiertje in mijn linkerschouder die de hele week al pijn doet. Een rare ontdekking als ik besef dat ie weliswaar pijn doet maar dat ik er ook aan kan wennen. Tijdens de voorlaatste kilometers dwalen mijn gedachten af, of is het hallucineren(?), mezelf verwonderend over het feit dat allebei mijn opa's altijd in pak met stropdas gekleed gingen. Heel vreemd om daar op dat moment aan te denken. De laatste kilometers ben ik zo ontzettend zat, ik voel alleen nog maar pijn in mijn kont en schouder. Na elke bocht volgt de teleurstelling dat we er nog niet zijn. Maar dan eindelijk, eindelijk rijden we Aulus in en is het hotel ook zo gevonden. Eerst een biertje en klinken op de aankomst. Het mannetje van het hotel blijkt een druk baasje die bang is voor zijn reputatie onder zijn normale gasten want hij blijft maar vertellen dat hij straks onze fietsen binnen zal zetten. Ook vertelt hij overtuigend dat wij vast in de stad willen eten, maar zijn blik verteld dat hij bang is dat wij ongedoucht op zijn antieke vervallen meubilair gaan zitten tussen zijn even antieke clientèle. Geen zorgen maat, wij vinden wel een tent waar we kunnen eten.
Vandaag ook een heerlijke soundtrack tussen mijn oren gehad:
Jimi Hendrix – All along the watchtower
Muse – Plug in baby
Roxette – Joyride
The Zutons – Harder and harder
Subscribe to:
Posts (Atom)